Terugblikken & vooruitkijken: ‘Hoe maken we nieuwe leraren verliefd op het vak?’
Tot slot van 2024 blikken we met enkele leden terug en vooruit. Hoe was hun afgelopen jaar? En wat verwachten ze van het aankomende jaar? Mariska van Oerle en Taco Visser bespreken hoe 2024 was en wat ze wensen dat 2025 wordt.
Mariska is docent levensbeschouwing bij 2College Durendael in Oisterwijk. Ze geeft les aan kader tot en met TTO. Ze is mentor van een vwo-klas en onderwijscoördinator voor vwo klas 1 tot en met 6.
Taco is voormalig voorzitter van de VDLG en werkt als rector en kerndocent bij de schoolleidersopleiding ATTC. Hij is een van onze ereleden.
Ontwikkelingen in 2024
Als ze terugkijken op ons vakgebied in het voorbije jaar, noemt Mariska hoe het toegaat in haar school. ‘Hier staat het vak er goed voor. Maar het blijft spannend als collega’s met pensioen gaan. Hoe vervang je in deze tijd van lerarentekort? In onze scholengemeenschap staat het vak heel stevig. Dat komt doordat de schoolleiding zich er hard voor maakt.’ Het maakt haar niet onbezorgd. ‘Het vak staat onder druk terwijl het ook heel erg belangrijk wordt gevonden. Het is een hele rare spanning. Het vak heeft een aparte status. Op het moment dat er ruimte wordt gezocht, dan is het gemakkelijk om naar ons vak te kijken. Aan de andere kant ben je ook een soort onaantastbaar.’
Taco beaamt dat: ‘Zoals Mariska zegt over schoolcontext, is het vak afhankelijk van een leidinggevende, of van een bestuurder. Daar waar schoolleiders en bestuurders zijn die dit aandachtsgebied ontzettend belangrijk vinden, daar zie ik leraren naar toe trekken. Naar besturen die veel uren godsdienst of levensbeschouwing geven. Dat is niet nieuw, dat was zelfs in de jaren zeventig al.’ Een belangrijke ontwikkeling is voor Taco het werk van LERVO. Taco: ‘Dat is iets dat ik bijzonder ondersteun. Het is een ander idee als je zegt: dit vakgebied heeft gewoon, zoals dat in België ook het geval is, een vaste urentabel in alle scholen. Dat was de eerste insteek van LERVO, er een vak van maken voor alle leerlingen in het VO. Het is misschien een utopie, maar ik geloof er wel in, je moet een beetje geloof hebben. Ik weet dat het een onderstroom is, maar de ontwikkeling naar het algemene-vormingsvak LERVO waardoor het vak op elke school een plek krijgt en dat het openbaar onderwijs daar ook in geïnteresseerd is, dat is voor mij een hoopvolle parel die misschien een oplossing is voor het probleem dat wij allebei hier signaleren.’
Eigen ontwikkeling
Als beiden terugkijken op 2024 ervaren ze zelf ook ontwikkeling. Taco noemt verinnerlijk die opvalt. ‘Als ik naar mezelf kijk, dan blijf ik het nadenken over de vraag ‘What the heck are we doing here?’ ontzettend belangrijk vinden. Misschien heeft het met leeftijd te maken. Ik ben steeds meer verinnerlijkt. Een aantal jaar geleden is bij mij een chronisch ziekte manifest geworden, die is onder controle, maar zit wel in mijn lijf. Het gaat steeds beter fysiek, maar ik merk dat ik levensbeschouwelijk bescheidener, dankbaarder, meer innerlijk word. Ik merk dat ik dat aspect steeds belangrijker vind. Voor elke leraar überhaupt, maar zeker voor een schoolleider-leraar.’ Taco zingt bij een koor. Dat geeft plezier en het sluit ook aan bij de verinnerlijking die hij ervaart.
Het sluit aan bij wat Mariska vooral ervoer in het voorbije jaar. ‘Het is wel mooi dat je nu over muziek begint. Ik ben na tien jaar weer dwarsfluit gaan spelen. Ik was misschien wel voorbestemd om muzikant te worden. Ik heb het helemaal afgezworen en nu ben ik weer muziek gaan maken. Dat was wel heel bijzonder.’ De verinnerlijking herkent ze ook. ‘Het had met zowel verstilling als met naar buiten treden te maken. Als ik toespits op thuis, dan denk ik dat mijn partner en ik samen ons leven heel erg zijn gaan vormgeven vanuit de vraag wat we we echt belangrijk vinden. Wat willen we, wie zijn we en hoe geven wij dat samen gestalte? We zijn nu tweeënhalf jaar getrouwd en nog meer verstrengeld geraakt dan we al waren, zonder onszelf te verliezen. Dat is voor mij wel heel mooi geweest aan dit jaar.’
Gesprekken
Veel groot nieuws beheerste de gesprekken in het voorbije jaar. Voor Mariska was de oorlog in Israël en Gaza vooral het onderwerp van gesprek met leerlingen en collega’s. Voor haar als docent betekende het ook de vraag om een standpunt in te nemen. ‘Leerlingen stelden altijd de vraag: Voor wie ben jij? Ik vond het eerder mijn taak om iets meer te duiden hoe het nu precies zit. Ook ging ik in gesprek met collega’s die echt ook wel heel stellig kunnen zijn in bepaalde opvattingen. Dat was wel bijzonder.’
Bij alle gesprekken was er ook behoefte aan een vorm van verlichting. Mariska: ‘Misschien kwam het door mij, misschien kwam het door de leerlingen of een wisselwerking, maar het viel mij op dat we het het voorbije jaar heel veel over feesten hebben gehad. Om een soort tegenwicht te bieden aan wat er allemaal gebeurt in de wereld. Als je niet oppast gaan de lessen vooral over conflicten en spanningen. Ik denk dat dat wel heel erg fijn was om de dingen naast elkaar te laten bestaan.’
Samenwerken
Het gesprek met collega’s over het nieuws leidde tot samenwerking. Mariska: ‘Ik ben met mijn collega geschiedenis in gesprek gegaan. Ik zei: Kunnen we niet zorgen dat het bij de leerlingen duidelijk wordt hoe het nu precies zit? Wat vinden we dat ze erover moeten weten? En kunnen we het niet via twee stromen laten lopen? Waarbij ik wel bewaakte dat het levensbeschouwelijke in de lessen voldoende naar voren kwam.’ Het duiden bracht de leerlingen meer kennis bij. Het bleek nodig. ‘Ik zie dat het deel geschiedenis bij leerlingen zo onbekend is. Op school hebben we ons best gedaan om dat te verbeteren. We hebben leerlingen gestimuleerd: ga nu eens nieuws kijken. Je hoeft van mij geen krant te lezen, maar ga nu gewoon eens om acht uur het nieuws kijken. Of zoek op TikTok of Instagram een nieuwskanaal.’ Taco herkent de gebrekkige kennis: ‘Ik vind de kennis over het conflict abominabel in onze maatschappij, bij mensen die zo stellig zijn en het vervolgens niet weten. Ik zou er als leraar echt wat mee willen.’
In het samenwerken ervaart Mariska een ander perspectief bij de vakken. ‘Ik merk dat collega’s als het om Israël en Gaza gaat de geschiedenis vooral beginnen rond 1900. En dat ze van daar uit duiden. En dat je vanuit levensbeschouwing toch een wat andere invalshoek neemt. Ik koppel het aan verhalen en ga terug naar teksten.’ Het gesprek hierover maakt wel iets duidelijk. ‘Mijn collega’s merken dat de beide vakken twee heel verschillende brillen hanteren. En ik merkte dat zij mogelijkheden zagen om ook aan levensbeschouwing meer aandacht te besteden. De vakken werden meer met elkaar verbonden zonder hun eigenheid te verliezen.’
Blokkeren
Taco heeft ook de volle aandacht voor dit nieuws ervaren. Met het nodige ongemak en soms ook handelingsverlegenheid bij de schoolleiders die hij opleidt. Taco: ‘Ik merk behoefte aan duidelijkheid. We zijn in deze tijd een psychologisch beetje simplistisch aan het worden. Dat kan over religieuze en maatschappelijke overtuigingen gaan. Ik merk het ook bij schoolleiders die ik opleid. Het doet me denken aan een moment waarover ik toch wel verbaasd was. Ik liet in een les de video van Debate on Education van Jonathan Sacks uit 2007 zien. Het is een betoog van Sacks over onderwijs. Hij spreekt heel mooi over algemene vorming vanuit joods onderwijsperspectief. Ik gaf de studenten bij die video de opdracht antwoord te geven op de vraag: Wat spreekt je aan? en Wat is nu uiteindelijk de visie van Sacks op onderwijs? De video was klaar en twee mensen bleken geblokkeerd te zijn. Ze zeiden: ‘Ik kan moeilijk naar dit filmpje kijken, vanwege de situatie in Israel.’ We konden erover in gesprek gaan met de groep studenten. Maar dat mensen bij deze video blokkeren, daar was ik wel verbaasd over.’
Taco komt zulke stelligheid vaak tegen. Daar komt zijn ervaring met het vak levensbeschouwing om de hoek kijken. ‘Ik heb zelf altijd het principe van het dubbeldenken aangehouden. Ik vind dat elke mens op het gebied van levensbeschouwing twee dingen moet kunnen. Allereerst op een afstand staan, min of meer objectief kijken naar wat gebeurt er in mij, om mij, bij anderen, in de wereld, en ten tweede moet helemaal betrokken zijn, met andere woorden subjectief zijn. Helemaal objectief of subjectief kun je niet bereiken. Maar het gaat om het beeld. Het is en-en, het is een paradox.’
Mariska en Taco herkennen beide de overtuigdheid waar mensen vandaag de dag naar grijpen. Meningen zijn heel vast met weinig ruimte tot dialoog. Het gaat in gesprekken met leerlingen en volwassenen om te onderzoeken hoe je precies omgaat met betekenisgeving aan de werkelijkheid. Vaak noemen we iets dat heel subjectief is, graag objectief. Taco: ‘Breng door dubbel te denken ook de perspectieven in jezelf in gesprek. Dat is wat ik iedereen gun.’
Brede vorming
De spannende, gespannen gesprekken wijzen op het belang om vorming in alle vakken te laten plaatsvinden. Taco: ‘Ik zie het dubbel denken niet als iets typisch levensbeschouwelijks. Het is vooral pedagogisch. Het vak heet vaak levensbeschouwelijke vorming, maar eigenlijk vind ik dat elk vak vorming is. Wiskundige vorming, geografische vorming, historische vorming enzovoorts. Vakken leiden in en leren hoe jij je tot de wereld kunt verhouden. Ze proberen de werkelijkheid te begrijpen. Als we zo wat meer naar onderwijs gaan kijken, dan gaat elk vak over vorming. De vraag hoe je met elkaar betekenis geeft, mag veel meer in het onderwijs terechtkomen. Pedagogiek en onderwijskunde zouden veel meer op elkaar betrokken moeten zijn. Ze zijn jammer genoeg uit elkaar getrokken. Dat zie je bij veel schoolvakken.’
Ook ging het gesprek in veel scholen over hoe we willen omgaan met toetsen en beoordelen. Taco: ‘Iets anders dat me dit jaar opviel, is de tweespalt, het worstelen met de prestatiedruk. Ik was bij een school waar ze het hele jaar investeren in het pedagogisch klimaat, met alle tijd, ruimte en aandacht, maar waar de leraren opmerkten: ‘Tegen het eind van het schooljaar is het stressen, want dan moeten we de leeropbrengsten de cijfers hebben.’ Die prestatiedruk speelt bij leraren en leerlingen. We willen allemaal het beste voor de leerling, maar zitten ook in het systeem van cijfers vast.’
Inzicht
Een jaar brengt meerdere inzichten. Op de vraag wat het belangrijkste voor hen was, wijst Mariska op een traject dat haar vwo-afdeling doorliep. ‘We hebben met elkaar nagedacht wie we als school willen zijn en hoe we ons willen profileren. Die gesprekken hebben er onder andere voor gezorgd dat we de lessen beginnen met een startopdracht op het bord. Mijn inzicht in het voorbije jaar is vooral dat ik ontdekte dat dat vijf fantastische minuten zijn. De docent kan nog even alles in orde maken en of even ronddwalen in het eigen hoofd. Voor de leerlingen ontstaat een soort tussenruimte. Ik kom van wiskunde en ga nu over naar geschiedenis. We vullen de vijf minuten voor de leerlingen in met een of meer korte vragen. Bijvoorbeeld: Schrijf drie dingen op waar jij trots op bent de afgelopen week en twee dingen die je graag anders had gezien. Het inzicht wat die vijf minuten en die tussenruimte betekenen, is zich nu langzaam door de school aan het verspreiden.’
Voor Taco lagen de ontdekkingen op het vlak van begeleiding. ‘Mijn inzicht heeft te maken met flexibilisering. Het is een soort toverwoord tegenwoordig. We doen het ook omdat we de tekorten zien, zowel onder leraren als onder schoolleiders. Ik kom er steeds meer achter dat flexibilisering, ondanks dat het allemaal heel technische taal is, neerkomt op in gesprek gaan. Het gaat erom de vraag bij de studenten te vinden en heel goed op te halen wat er speelt in een groep. Ik gebruik geen PowerPoint meer. Ik heb mijn voorbereidingen, maar verder laat ik het komen en op een gegeven moment dan is daar het onderwerp. Ik vind het zo mooi dat als je dan pas met je informatie komt. Dat verrijkt studenten precies op het punt waar ze zelf zitten. Het heeft er vast ook te maken dat ik met volwassenen werk en niet zozeer initiële basiskennis hoef over te dragen. Maar in principe zou het ook met leerlingen mogelijk moeten zijn.’
2025
Mariska hoopt dat het lukt als leraren het vak levensbeschouwing te laten zien. ‘Ik hoop dat mensen enthousiast worden voor het vak. Dat kan als we als leraren ons enthousiasme uitdragen. We moeten het vak meer op de kaart te gaan zetten, het belang uitdragen en de positie verstevigen en verankeren.’ Alles valt of staat met kwaliteit van leraren en curriculum. ‘Het is belangrijk om per school maar ook meer landelijk na te denken hoe we de kwaliteit kunnen blijven leveren die we willen zien. Dat staat onder druk door een tekort aan gekwalificeerde leraren. Ik kan me goed voorstellen dat er mensen zijn die dit vak zouden willen gaan geven. Hoe komen zij met ons vak in aanraking, hoe maken we hen enthousiast en hoe kunnen we dat vuur warm houden? Ik denk dat we vooral duidelijk moeten maken dat het echt een vak is. Het is niet zacht of achter de streep, maar een volwaardig vak. Dat kan helpen te zorgen dat mensen een beetje verliefd worden op dit vak. De kans daarop is misschien wel wat groter bij leraren die vakken geven die er tegenaan schuren.’
Taco heeft voor het nieuwe jaar vooral de wens dat vorming meer zijn rechtmatige plek in onderwijs krijgt. ‘Mariska spreekt over het respect voor het vakmatige. Wat ik daarbij hoop is dat schoolleiders en alle leraren meer met de bril van algemene vorming gaan kijken. Dat ook de andere vakken veel meer gericht zijn op mondigheid en verantwoordelijkheid. Dat maakt kinderen en jongeren weerbaar of veerkrachtig. Mensen uit één stuk. Vanuit algemene vorming de verschillende vakperspectieven hanteren leert dat we vanuit diverse perspectieven naar dezelfde werkelijkheid, naar dezelfde samenleving en naar dezelfde mens kijken. We hebben die verschillende vakperspectieven nodig om onze gezamenlijke wereld te begrijpen en er samen wat van te maken.’
Voornemens
Afscheid nemen van een jaar doe je doorgaans met een paar voornemens voor het komende jaar. Mariska zoekt dat voor haar vak vooral in haar handelen. ‘Ik zou meer willen gaan voorleven. Voorleven wat ik graag terug zou zien in anderen. Met een open, ruime en zachte blik naar anderen kijken. Voorleven dat aandacht belangrijk is. Dat ik wil dat je je aan afspraken houdt, maar dat je er ook van kunt afwijken. Dat ik naar de hele mens wil kijken. Ik zou dat vooral aan mijn leerlingen en collega’s willen laten zien in wat ik dagelijks doe.’
Taco deed onlangs een interessant inzicht op. ‘We vinden bij elk onderwerp belangrijk dat er een soort veelkleurigheid en multiperspectiviteit is. Dat is een horizontale benadering van een onderwerp. Elke stem moet aan het woord komen. Ik hoorde laatst iemand zeggen dat die veelkleurigheid ook een intergenerationele veelkleurigheid zou moeten hebben. Je moet eigenlijk elk onderwerp vanuit drie generaties terug en drie generaties vooruit benaderen. Dat vond ik een mooie uitspraak. Ik heb me voorgenomen hieraan te denken.’
Taco zou daarnaast graag iets doen met een maatschappelijk aspect dat steeds meer in de aandacht komt. ‘Ik merk dat ik de afgelopen jaren ook wat meer geraakt wordt door met name ongelijkheid. Ook van betaling. Bij het koor waarin ik zing hoor ik ook de levensverhalen. Dan raakt het me als ik hoor hoe iemand bijvoorbeeld als administratief medewerker krom heeft moeten zitten om iets meer te verdienen. Wat is dit voor een samenleving? denk ik dan. Het is een voorbeeld, maar zo heb ik er meerdere. Al een tijdje broeit dat bij mij: Ik wil wat met die ongelijkheid. Ik zou daar een beweging van willen maken. Het verschil staat me tegen tussen wat ik allemaal kan doen en wat zoveel andere mensen kunnen doen, die het steeds moeilijker hebben en ook steeds minder waardering krijgen. Dat stoort me.’
Tip
Met een vakantie in het vooruitzicht is er vast inspiratie geweest in het voorbije jaar die je zou willen delen. Voor Taco is dat zonder twijfel de film Radical. ‘Het is een Mexicaanse film. Het gaat over een leraar in een grensstadje aan de Noord-Mexicaanse grens, waar veel armoede, bureaucratie en geweld is. In een schoolcultuur waarin alles een beetje gaat zoals het altijd gaat en waarin de arme kinderen worden overgeslagen. Hij weet door zijn pedagogische aanpak, die een beetje lijkt op wat ik net ook zei: haal het uit de kinderen zelf en en ga niet zozeer zelf alles voorzeggen. Het is gebaseerd op een boek, dus je kunt ook voor het boek kiezen. Het is prachtig hoe deze leraar, die nog leeft overigens, er voor de leerlingen is.’
Mariska vindt dat het sowieso goed is om met boeken van Toon Tellegen in een hoekje op de bank te kruipen. ‘Zo eens even een boek openslaan en kijken wat hij daar schrijft.’ Het boek dat ze van harte aanraadt is Middernachtbibliotheek van Matt Haig. ‘De hoofdpersoon komt in een gebied tussen leven en dood en kan in de bibliotheek alle opties van haar leven zien. Dus: als ik nu deze beslissing had genomen, en ze opent het boek, hoe was mijn leven dan gelopen? Welke kant was mijn leven dan uitgegaan? En ze kan zo alle opties ervaren in dat schemergebied. Een prachtig boek denk ik voor de kerstvakantie, zeker voor mensen die werken met jongeren. Mijn mentorleerlingen hebben een eigen lokaal en daar staat een boekenkast waar ieder een boek in heeft gezet. Dit is mijn boek dat in deze kast staat. Het is een gewilde titel.’
Bron
Jonathan Sacks – House of Lords Debate on Education – 7th December 2017