Merry Christmas 5859094 1280

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Vol vuur van start’

Tot slot van 2024 blikken we met enkele leden terug en vooruit. Hoe was hun afgelopen jaar? En wat verwachten ze van het aankomende jaar? Joep Reinartz en Maikel van Genderen, beiden studenten bij Fontys Tilburg, bespreken hoe 2024 was en wat ze wensen dat 2025 wordt.

Joep werkte al in het onderwijs in verschillende rollen zoals ondersteuningscoördinator. In februari 2024 is hij met de studie begonnen. Hij heeft veel baat bij eerder werk in de psychiatrie en een eerdere studie hbo social work. Joep is bij de start van de opleiding meteen aan het werk gegaan als leraar LEF (levensbeschouwing, ethiek en filosofie) bij het Nuenense Nuenens College.

Maikel is in september 2023 met de studie gestart en combineert die met de lerarenopleiding Engels, die bijna gereed is. Maikel werkt als docent Engels en godsdienst bij het Willem van Oranje College in Wijk en Aalburg. 

 

Zingeving
Maikel viel het in het voorbije jaar op hoe zingeving in de belangstelling staat. ‘Ik vond het wel interessant dat uit vrij recent onderzoek van Trouw was gebleken dat er veel zinzoekers zijn in Nederland. Trouw sprak over bijvoorbeeld een artistieke en een spirituele zinzoeker. Ik vond het mooi om te zien dat het zo leeft onder de mensen.
En dan zie je toch wel dat ons vak heel belangrijk is. Nu leer ik in colleges van Kees Hamers over godsdienstpedagogische vraagstukken, zoals hoe je tegemoet kunt komen aan de existentiële vragen van je leerlingen. Dat klinkt gelijk behoorlijk heftig, maar het kan ook in kleinere dingen zitten. Wat ik uit zo’n onderzoek leer is dat het belangrijk is dat het belangrijk is om op school aandacht te besteden aan zingeving.’ Door eigen ervaring en die van medestudenten ervaart Maikel dat de tijd krap bemeten is. ‘In de praktijk kom je tegen dat het een éénuursvak is of niet in alle jaren wordt gegeven. In mijn praktijk is het een driekwartiersvak want een lesuur is drie kwartier bij ons. Wat ga je dan doen? Ik heb de luxe dat ik mijn klassen nog drie uur voor Engels zie. Daardoor heb ik wat meer ruimte voor het gesprek. Maar geef je zoals mijn directe collega alleen godsdienst, dan is de tijd beperkt. Zingeving leeft onder de mensen, maar ik vind niet dat er altijd recht wordt gedaan aan het vak.’

Vuurtje
Voor Joep stond het jaar vooral in het teken van de start met de opleiding. Er kwam een nieuwe wereld op hem af. ‘Ik heb me, misschien heel schools, gehouden aan wat ik voor de opleiding moet bestuderen. Van binnen brandt er wel een vuurtje om er allerlei andere boeken bij te pakken. Ik kijk heel erg uit naar die tijd van verbreding.’ De praktijk drukte hem meteen met de neus op de praktijk. ‘In onze school wordt het vak LEF gegeven. 45 minuten per klas. Wat mij vooral heeft beziggehouden is: hoe maak ik leerlingen ervan bewust dat iedereen wel zingevingsvraagstukken heeft? Dat kunnen hele kleine praktische, alledaagse vraagstukken zijn. Maar het kunnen ook hele grote zijn. Hoe zorg ik er nu voor dat leerlingen gaan ervaren dat ze niet alleen op de wereld zijn met die vraagstukken? Dat ze het niet alleen hoeven te doen. En daarnaast: Hoe zorg ik ervoor dat leerlingen in de gaten krijgen dat de polarisatie die wij nu eigenlijk dagelijks voorgeschoteld krijgen, dat er ook heel veel overeenkomsten zijn? Misschien wel meer overeenkomsten dan verschillen. En hoe gaan we daar met elkaar de dialoog aan? En dan noem ik al een aantal termen die voor leerlingen in hun jonge leven heel moeilijk te vatten zijn. Ik ben vooral aan het leren om het zo klein mogelijk te maken dat leerlingen zich erin kunnen inleven – dat vraagt al een bepaalde competentie – maar ook dat ze het met elkaar nog eens kunnen bespreken.’

Leren in 2024
Eigen ontwikkeling genoeg als student en startende leraar. Maikel: ‘Ik ben nieuw bij het vak en vorm nu met een collega de sectie. Hij is blij met mijn inbreng, met wat ik meeneem uit de opleiding.
We hebben samen alvast een PTA opgesteld waarmee we veel meer student centered willen gaan werken en meer verbinding zoeken met de andere vakken. Het was een vak op een eiland en dat is niet wat de school wil. Die ziet het liever als een cementvak door heel de school heen zodat we samen de identiteit van de school dragen. Dat is nog in ontwikkeling.’ 

Joep herkent het zoeken naar de plaats van het vak. ‘Met de synergie, de overlap zitten we met onze school in hetzelfde verhaal. We geven bij ons allemaal de eigen vakken maar wel met de potentie dat je elkaar kunt bekrachtigen en dat je meer diepte in de stof kan aanreiken. Maatschappijvakken pakken religies met een heel andere invalshoek op. Wij zouden met ons vak een cementfunctie kunnen hebben. Wij zijn het sparren van ideeën nog voor de zomervakantie gestart en er ligt nu een actief idee. Het doel is het als een totaalpakket aan te bieden en te zorgen dat je de inhoud van de stof bijna gelijktijdig kunt behandelen vanuit verschillende invalshoeken. Ik ben van mening dat het dan beter gaat beklijven. Als je wel zorgt dat er een bepaalde herhaling van jaar tot jaar is.’

Maikel sluit aan: ‘Dat helpt ook om een vak van één uur in de week een krachtigere positie te geven. We weten allemaal dat er veel te winnen is in de religieuze geletterdheid van leerlingen. Door zo samen te werken kun je daar veel aan doen en ook zorgen dat leerlingen en leraren niet van ons vak denken: Daar ga je het even over het geloof hebben.’

Gesprek
Waar gingen de gesprekken met leerlingen en collega’s vooral over in 2024? Joep: ‘Waar het vooral over ging bij mij was verbinding. Misschien is dat ook wel een persoonlijke zoektocht voor mij geweest. Als ik kijk naar mijn leven, is dit wel ook een invulling voor mij als persoon. Ik krijg wat meer wereldwijsheid aangereikt, daar kan ik iets mee doen, dat kan ik doorgeven. Als ik het daar met collega’s, studenten over of leerlingen of collega’s over heb, dan zit ik wel echt In de verbindende verbindende factor. Wat geef jij? Vanuit welke invalshoek geef jij? Hoe geef je dat? Wat is jouw kennis daarover? Kunnen we dat niet verbinden met elkaar?’ Ook werd geïnvesteerd in de structuur van het vak. ‘Binnen de vaksectie zijn we vooral gaan kijken naar de drie delen waaruit ons vak bestaat. Levensbeschouwing, ethiek en filosofie. Dat kun je als een geheel geven, of dat kan je ontrafelen. En onze lessen zijn vooralsnog wat ontrafeld, al zitten alle drie de invalshoeken in iedere les maar met een afwisselend accent vanuit actuele en aansluitende thematiek voor de leerlingen. Dus we geven in de basis lessen filosofie, we geven lessen ethiek en we geven lessen levensbeschouwing Daar zijn we in onze vaksectie over gestart. Wat is nu vooral de invalshoek? Is dat zingeving? Is dat de zin-interesse? Of willen we vooral kennis overbrengen over de verschillende religies, over wat ethiek is, of hoe je filosofeert? Of misschien is het een combinatie van dit alles en staat de ‘hoe’ vraag meer centraal. In ieder geval is er veel beweging en groei. Er stond al een goede basis vanuit en door twee collega-docenten LEF, die aanvullende impulsen krijgt vanuit mijzelf en nog een collega-student en docent, ook werkzaam op het Nunens College.’

Oorlog
Voor Maikel was het nieuws vooral onderwerp van gesprek. ‘Conflicten zoals in Israël en Gaza. Onrust bij leerlingen hierover. Zorgen over klimaatverandering. Dat speelt allemaal duidelijk bij leerlingen. Het verschilt ook per leerling. Bijvoorbeeld doordat ze
klasgenoten hebben die zijn gevlucht, bijvoorbeeld uit Oekraïne. Het conflict Israël en Gaza wordt bij ons op school door heel wat leerlingen in Bijbels perspectief geplaatst. En dat kan best interessant gesprekken opleveren. Maar hoe raak je elkaar daarin niet kwijt? Het kan een heel schurend onderwerp zijn om te bespreken in de klas. Daar moet de setting ook veilig bij zijn en ook niet in elke klas is er die veiligheid om dat open met elkaar te bespreken. Hoe ga je dan als docent het zo proberen te krijgen dat die veiligheid er wel is? Wat is daarvoor nodig? Wat kun jij doen als docent daarin?’ 

Inspelen
Het gesprek is zeker niet altijd makkelijk. ‘Voor mij als starter is dat ook best wel een uitdaging. De ene keer heb je in de klas een heel mooi gesprek, maar soms heb je een-op-een hele mooie gesprekken of in een wat kleinere setting, een groepje leerlingen bijvoorbeeld. Maar je ziet wel dat ze met zulke vragen naar jouw vak komen. Hoe kun je daarin leerlingen laten inzien dat je het ook niet altijd met elkaar eens hoeft te zijn om elkaar wel te respecteren? Om dat te illustreren, liet ik pas een filmpje in de Tweede Kamer tussen Timmermans en Stoffer zien die grapten met elkaar, dat er door Stoffer eerst met best wat argwaan naar Timmermans werd gekeken, maar dat hij hem uiteindelijk wel is gaan waarderen als persoon, en vice versa. Ook al zijn ze het politiek oneens met elkaar, als persoon hebben ze waardering voor elkaar, vinden ze elkaar goede collega’s. Dat is wel wat je graag aan je leerlingen meegeeft. Want er wordt gauw zomaar wat geroepen bij lastige discussies, zonder er goed over na te denken. Het anders leren doen is een behoorlijke opgave, maar wel een waar ik heel graag een bijdrage aan wil leveren.Ik doe voor mijn gevoel de leerlingen ook tekort als ik daar niet op inspeel, op zulke kwesties. Daar komen ze wel mee naar je lessen.’

Inzichten
De volle vaart van de opleiding levert veel inzichten op. Joep: ‘Ik ben eigenlijk nog zo junior in dit vak, dat je al heel gauw nieuwe inzichten krijgt en heel veel nieuwe oja momenten. Toen ik begon met de opleiding werd net filosofie tot 1500 en vervolgens filosofie na 1500 behandeld. Dan krijg je uiteindelijk zoveel inzicht over allerlei benaderingswijze of denkwijzen over het leven – en die ga je op een gegeven moment terugzien in de religies. Ik zie daardoor verschillende lagen in de materie. Je zou bijna kunnen zeggen, die kun je, die kun je bijna aanraken, die kun je bijna voelen. Die inzichten en dan ook nog eens zien dat er zoveel overlap is en je ergens een rode draad zou kunnen ontdekken in de verschillende religies of levenswijzen – ik mag dat natuurlijk niet te hard op zeggen, want er zullen ook mensen zijn die zeggen: Dat is absoluut niet zo – dat is voor mij wel iets waar ik mee bezig ben geweest.’

Ook is het een jaar van oefenen in het gesprek over moeilijke onderwerpen geweest. ‘We hadden het eerder over polarisatie. Dat kun je echt wel terugzien bij ons op school. Daar ben ik vooral op op gaan richten. Ik ben kennis  gaan voorsorteren en heb aan de leerlingen gevraagd: zien jullie hier nu vooral verschillen in of zien jullie hier nu vooral overeenkomsten? Dan zie je dat gebeuren in de klas en de ene ziet vooral verschillen en de ander ziet het meest overeenkomsten. Dan stel ik de vraag: Als je dit nu bij elkaar bekijkt, hoe kijken jullie dan naar de wereld? Vanuit welke kant kijk je naar de materie? Dan zie ik leerlingen echt nadenken: Hoe kijk ik er naar? Is het glas halfvol of halfleeg? Geef ik de witte Wolf eten of geef ik de zwarte Wolf eten?’

Durf maar
Het is een beetje oefenen in eigenwijs worden. Joep: ‘Het is voor leerlingen best ingewikkeld Als je altijd opgevoed bent met de kleur groen is goed en de kleur rood is fout. En dan wordt er in één keer vragen gesteld waarin je je eigen vrije mening mag vertellen, ook nog eens over onderwerpen waarin je in het verleden niet bent uitgedaagd om eens over na te denken
én dat je mening niet wordt veroordeeld, maar veelal open en met interesse wordt bevraagd, ontmoet als het ware.’ 

Voor Joep geldt dat empoweren belangrijk is in het vak. Het is leerlingen doordringen van de keuzes die ze hebben. ‘Ik zeg vaak: ‘Jullie zitten aan het stuur van jullie leven. Jullie kunnen zelf kiezen jullie hoe je er naar kijkt. Ik reik jullie heel veel materie aan, die kan je in je rugzak stoppen. Dat is wijsheid, daar kan je iets mee doen. Maar jullie bepalen hoe je het gebruikt. Dat is jullie vrijheid in het leven. Ga maar eens ontdekken wat dat is. Dat is wat ik het meest heb meegekregen en wat ik ben gaan vertellen. Eigenlijk ben ze misschien wel een beetje rebels aan het maken. Vind er maar eens iets van. Sta maar eens op. Durf maar. Ik help je wel. We zijn er.

Maikel herkent het. Het erop wagen als leraar is belangrijk. ‘Wat je vaak ziet is dat wanneer het risky wordt in de klas dat docenten het uit de weg gaan. Een conflict, dat doe je maar niet, want het ligt te gevoelig. Bij ons op school zijn er best veel leerlingen die opgroeien in kerkelijke gezinnen, maar de groep leerlingen uit seculiere huishoudens of van andere religies neemt toe. Dat levert soms botsende meningen op. Juist dan is het goed om zo’n discussie wél aan te gaan en het maar te laten schuren, om zodoende leerlingen weer verder te laten groeien.’

Didactiek
Voor Maikel lagen de inzichten op het gebied van andere didactiek. ‘Ik heb vooral ervaring opgedaan in creatieve werkvormen. Wij hebben geen methode op school bij het vak godsdienst. Niet dat we geen methode willen,
we houden onze ogen open voor een geschikte. Wat ik met creatieve werkvormen heb gedaan is bijvoorbeeld de Lectio Divina van Juliette van Deursen-Vreeburg. Dat “contemplatief lezen” is best lastig, want je hebt met allerlei bronnen van afleiding te maken, zoals de laptops. Plus dat er iets gebeurd kan zijn voor de les. Als je dan echt diep wil gaan lezen met leerlingen vraagt dat wel een omschakeling. Zeker als het in drie kwartier moet. In de vaksectie maken mijn collega en ik wel de vergelijking dat leerlingen op een lange fietstocht zijn, terwijl ze elke tien minuten moeten afstappen. Ze hebben drie kwartier Engels, dan wiskunde, dan nog even naar de les godsdienst. Dat is natuurlijk erg vermoeiend en ons inziens ontbreekt het dan ook aan focus. Hoe je dat anders kunt inrichten is voor ons de verbinding met andere vakken, maar ook meer creatieve werkvormen en daarmee ook ruimte scheppen in zowel het curriculum als het rooster.. Er is een bepaalde basiskennis waaraan je moet voldoen. Maar ik denk dat je dat anders kunt inrichten en dan mag je wat mij betreft ook best wat minder doen om dan wel de diepte in te gaan en de leerling vooruit te helpen in het eigenaarschap van zijn of haar ontwikkeling.’

Verwachtingen
Voor beiden geldt dat ze het hele gebied van levensbeschouwing en godsdienst nog volop aan het ontdekken zijn. Trends voorspellen is lastig maar voor hun eigen scholen hebben ze goed zicht op wat het jaar waarschijnlijk zal brengen en zal vragen. Joep: ‘Voor mij is het als starter nog op een microniveau kijken. Wij hebben net als de school van Maikel ook nog geen methode. Wij hebben wel heel veel lessenreeksen voor alle jaren die gericht zijn op het vak LEF. Wat we merken is dat er ruimte is voor actualiteit. Zoals de rellen in Amsterdam, daar is tijd en ruimte voor. Het staat semivast. Ik verwacht dat wij ons vooral zullen richten op de verbinding van levensbeschouwing, ethiek en filosofie in het vak zelf en daarnaast naar buiten toe met de andere vakken. Daarnaast zoeken we ook naar een goede manier om te beoordelen en kijken naar manieren van formatief evalueren. 

Maikel: ‘Ik richt me ook vooral op onze school en scholengroep. Wij zijn onlangs gefuseerd en dat brengt ontwikkelingen met zich mee. Zelf zit ik in een werkgroep die zich buigt over onze identiteit, waar willen we daarmee naar toe? Daar komt ook wel de mening naar voren dat een identiteit iets is wat je samen draagt. Dat mag niet bij de het vak godsdienst alleen terechtkomen. Want dan krijg je het voel dat het een uurtje catechese is per week. Daarnaast ligt er het plan om een vleugel op school in te richten die in het teken staat van levensbeschouwing en burgerschap, waar dan ook een vak als maatschappijleer te vinden is en mogelijk een leerplein gevormd wordt. Achter dat plein zit het idee van keuzewerktijd, wat weer mogelijkheden tot verbinding met andere vakken geeft. Verder hoop ik dat formatief werken ook meer een rol gaat spelen in onze school en bij ons vak.’

2025
Welke goede voornemens gelden voor het nieuwe jaar? Maikel is kort: ‘Hilaritas van Augustinus. Blijmoedigheid. Dat is mijn goede voornemen.’ Joep erkent het belang van die blijmoedigheid. ‘Ik ga er voor een groot gedeelte mee. Ik wil mijn leerlingen empoweren. Ze laten zien dat ze vrije mensen zijn in een gestuurd en geregeld kapitalistisch systeem.
In dit systeem is reeds veel bepaald, maar zijn er juist ook veel mogelijkheden, ga ze ontdekken vanuit de unieke persoon die je bent. Dat ze mogen ontdekken wie ze zijn en dat ze kunnen kiezen hoe ze naar de wereld kijken en erin handelen. Ze laten ervaren dat je bij elkaar herkenning en erkenning mag opzoeken, want je bent niet alleen in de dingen die je meemaakt. ik denk dat leerlingen mij ook echt wel zien als een leraar die positiviteit stimuleert, niet dat negativiteit er niet mag zijn, maar daarin mag je keuzes maken. Het is een soort speelveld waarin je gaat spelen, met inachtneming van bepaalde regels. Dat is dan een beetje hoe ik mijn vak geef.’ 

Maikel: ‘Ik herken me in wat Joep zegt. Het is ontzettend belangrijk dat je iets doet wat je leuk vindt en het vak zo inricht dat je je er helemaal in kunt vinden. Vandaar mijn keuze voor creatieve werkvormen. Ik heb geen moment spijt gehad van mijn keuze voor het vak levensbeschouwing als tweede bevoegdheid. Het is heel leuk om hierin verbreding en verdieping te vinden, die ik soms ook wel weer mis bij Engels. Nu vullen de vakken elkaar juist mooi aan, daar ben ik blij mee. Het docentschap kan hectisch zijn, maar je krijgt er ook ontzettend veel voor terug.’

Tips
Wat zijn boeken die Joep en Maikel als startende leraren helpen? Joep noemt
God is not one van Stephen Prothero. ‘Voor het vak inleiding wereldreligies ben ik met het boek bezig. Ik vind het een heel inspirerend en verbindend boek. Ik denk dat als je de materie die je leest, open benadert, zonder oordeel, in de basis levensbeschouwelijk is, kijken naar het leven vanuit jouw unieke kijk. Oordeelloos kijken naar wat je aangereikt wordt. Je mag er wel iets van vinden. Maar het hoeft niet per definitie één vastomlijnd oordeel te zijn, het mag stromen met je tijd mee.’

Voor Maikel is mede door een van zijn docenten om te beginnen de inspiratie van muziek weer gebleken. ‘Ik ben blij hoe onze docent Tuur de Beer in zijn lessen regelmatig zijn liefde voor de klassieke muziek naar voren haalt. Hij wijst op wat je uit muziek kunt leren. Het heeft gemaakt dat ik die weer vaker aanzet als ik studeer. In de kerstvakantie zou ik de Messiah van Händel beluisteren.’ Als titels noemt Maikel Pedagogical Tact van Max van Manen en Godsdienstpedagogische cartografiie van Bert Roebben. ‘Van Manen behandelt vanuit een fenomenologisch perspectief de pedagogiek. Hij kijkt ook verder dan slechts de standaard trucjes die je kunt toepassen. Hij kijkt echt op een heel mooie manier naar pedagogiek. Heel student centered ook. Dat helpt mij. En het boek van Roebben ligt naar mijn mening in het verlengde van het eerste boek.’

     

Bronnen
De boeken van Stephen Prothero en Max van Manen zijn in een Nederlandse vertaling verschenen. Het boek van Bert Roebben verscheen eerst in het Duits. De Nederlandse, ingrijpend bewerkte versie is open access. Zie
Acco Shop – Godsdienstpedagogische cartografie

 

In gesprek

De lespraktijk van Enrico van Rooij

De lespraktijk van Albert Jan Lourens

De lespraktijk van Benthe le Clercq

Terugkijken & vooruitblikken: ‘Leraren die levensbeschouwelijk thuis zijn en daar een verhaal rond hebben’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Hoe maken we nieuwe leraren verliefd op het vak?’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Het is zaak samen te zorgen voor hoge kwaliteit in ons vak’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Uitkijken naar de studiedag en het inspiratieboek’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Doen en ervaren spreekt jongeren enorm aan’ 

De lespraktijk van Patrick van Doeveren

De lespraktijk van Davina Jochems

De lespraktijk van Jan Bollemaat

De lespraktijk van Corien Jeronimus

De lespraktijk van Janneke Sonneveld

De lespraktijk van Bill Banning

De lespraktijk van Marion van Ham