Christmas 4705310 1280

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Het is zaak samen te zorgen voor hoge kwaliteit in ons vak’

Tot slot van 2024 blikken we met enkele leden terug en vooruit. Hoe was hun afgelopen jaar? En wat verwachten ze van het aankomende jaar? Sacha van der Zande en Ger van der Heijden bespreken hoe 2024 was en wat ze wensen dat 2025 wordt.

Sacha is docent levensbeschouwing bij College Heemlanden in Houten. Ze is naast haar lessen coach voor hoogbegaafde leerlingen. Sacha was ruim 7 jaar bestuurslid en ruim 4 jaar voorzitter van de VDLG.

 

Ger is oud-docent levensbeschouwing en filosofie. Hij werkte tot slot van zijn loopbaan 19 jaar bij de Katholieke Scholengemeenschap in Etten-Leur. Ger was ruim 10 jaar bestuurslid van de VDLG en was in die rol aansluitend stuurgroeplid van LERVO. Ger is erelid van de VDLG. 

 

Belangrijke ontwikkelingen 

Voor Sacha was het stoppen met het voorzitterschap van de VDLG een belangrijke gebeurtenis. ‘Ik ben in maart teruggetreden als voorzitter. Ik moest een beetje bijkomen in mijn eigen leven en op school. Daardoor heb ik het afgelopen jaar ook niet heel breed naar ons vakgebied gekeken. Ik denk bij de vraag naar wat in 2024 belangrijk was vooral praktisch aan de VDLG en mijn eigen school. Ik ben heel erg blij met jou als voorzitter en met de nieuwe bestuursleden. Ik zie daarmee nieuwe stappen voor de vereniging. In het vak in mijn eigen school heb ik stappen gezet en nieuwe dingen gedaan.’

“Het vak staat bij veel scholen onder druk.”

Ook Ger wijst op de bestuurswisseling: ‘Die is belangrijk voor de continuïteit. Maar ik heb ook mijn zorgen over de continuïteit, omdat het gewoon heel erg moeilijk is om mensen te vinden die zich voor de vereniging willen inzetten en die tijd willen nemen om bezig te zijn met het vak. Het vak staat bij veel scholen onder druk. Dat heeft onder andere te maken met het ontbreken van een vakleerplan en bevoegde docenten voor het vak. Ik ben daarom heel blij met de ontwikkelingen van LERVO en het inspiratieboek. Het is hierbij wel opletten dat het vak door de perspectiefbenadering niet heel sterk een religiewetenschappelijke kant opgaat. ‘Er is minder aandacht voor de theologische kant. Dat is een persoonlijke zorg. Daarnaast zie ik een risico in de combinatie levensbeschouwing en burgerschap. Teveel wordt naar burgerschap gezocht om levensbeschouwing te legitimeren. Er is tussen de twee natuurlijk overlap. Maar het neigt ernaar het echt levensbeschouwelijke uit het oog te verliezen en daarmee verdwijnt de eigenheid van het vak.’

Terugkijken op 2024

Sacha denkt vooral terug aan ontwikkelde projecten in haar school. ‘Ik heb voor de tweede klas havo/vwo een lessenserie ontwikkeld over diversiteit. Het gaat over identiteit en de verschillende onderdelen daarvan. Dat beviel heel goed. We behandelden normaliter de Oudtestamentische verhalen. Maar ik merkte dat bij de leerlingen de luiken dicht gingen. Van ‘Waarom moeten we dit leren?’ We merkten dat we na zo’n lessenserie op achterstand stonden waar ze eerst positief de les in kwamen. We kregen dat gewoon niet meer goed uit de verf. De lessenserie over diversiteit gaf de leerlingen heel veel vocabulaire. Ze konden in gesprek met elkaar over ervaringen die ze op straat opdoen en over wat ze op social media zien. Ik had pittige groepen met veel sociale onveiligheid. De lessenserie hielp de angel eruit halen. Doordat het een keer echt over henzelf ging. Ze mochten kiezen om een ander te interviewen die uit een andere identiteitsgroep kwam of een fotoserie maken over een deel van hun eigen identiteit. Dat werkte als een tierelier. Dat was een heel mooie ontwikkeling. Het haalde misschien niet definitief de angel eruit en maakte ze misschien niet blijvend op elkaar gericht. Maar er was wel iets gebeurd.

Voor Ger stond het jaar in het teken van zijn afscheid van het vak. In augustus ging hij met pensioen. ‘Voor mij was het jaar heel relaxed. Ik werk alleen in de bovenbouw. Ik gaf alleen nog in vwo 5 levensbeschouwing. Verder gaf ik filosofie in vwo 4 tot en met 6. Het was voor mij, doordat mijn pensioen dat eraan kwam, ook een beetje glijden naar de uitgang. Ik ben blij dat er een goede vervanger is gevonden voor het vak filosofie. De lessen levensbeschouwing worden door mijn collega’s binnen de sectie overgenomen.’

Gesprekken

Wat werd het voorbije jaar veel besproken. In de school van Ger stonden schoolklimaat en lessentabel centraal. Ger: ‘In mijn school hebben we veel gesproken over de lessentabel. Het waren goede, maar ook moeilijke gesprekken over hoeveel tijd er aan alles kan worden besteed. Het vak levensbeschouwing komt dan ook voorbij, maar staat er in onze school goed voor. Mede door een stevig vakleerplan. We hebben een goed lesprogramma. Het vak gaat niet zomaar verdwijnen. Of het moet zo zijn dat je geen docenten meer hebt, dan krijg je een ander verhaal natuurlijk.’

“Ik heb het idee dat jongens en meisjes meer uit elkaar groeien.”

Voor Sacha was de oorlog in Israël en Gaza en de ontwikkelingen daaromheen een veelbesproken onderwerp. Zowel met leerlingen als collega’s. Een ander thema dat gepland en ongepland veel aan de orde kwam, was gender. ‘En dan met name mannelijkheid, vrouwelijkheid, transgender. Ik heb het idee dat jongens en meisjes meer uit elkaar groeien. In vergelijking met vijf jaar geleden vind ik dat jongens en meisjes minder mengen. We zitten misschien alle fronten meer in onze eigen bubbel, dus ook jongens en meisjes.’ Social media hebben een duidelijke stem. ‘Ik merk dat het thema gender heel erg leeft onder jongeren en dat de conservatieve stem in de school waar ik zit wat meer naar boven komt. Het kwam mede door de verkiezingen in Amerika en door mannen als Andrew Tate en Joe Rogan die allemaal heel heftige dingen roepen en waar veel jongens groot fan van zijn.’ Als docenten het uit de mond van leerlingen horen, gaan ze er wel over in gesprek. Ze vragen door en vragen of het wel klopt. ‘Ik doe dat ook. Je merkt dat leerlingen dan heel snel vastlopen, want ze weten eigenlijk ook niet wat ze zeggen. Als er in een klas iets leeft, dan probeer ik daar ruimte voor te maken. We doen dat niet structureel, maar spelen op situaties in. Ik weet dat collega’s maatschappijleer het er in hun programma over hebben en collega’s taal met thema’s over dergelijke onderwerpen praten. Polarisatie op gender en Israël en Gaza waren het gesprek. Met Nederlandse politiek zijn leerlingen minder bezig.’

“Ik merk het effect van alle nieuws en meningen zelf ook. Ik probeer leerlingen te laten zien hoe ik ermee omga.”

Inzichten

Een jaar brengt meerdere inzichten. Voor Sacha was het belang van hoop vooral een inzicht. ‘Als ik om me heen kijk en het nieuws zie, realiseer ik me hoe belangrijk het is om hoopvol les te geven. Het is met alle nieuws en meningen niet gek dat jongeren paniek krijgen over het klimaat of over de oorlog of over discriminatie en groeiende armoede. In hoeverre moeten ze wat ze horen voor feit aannemen? Hoe kun je leerlingen hierbij begeleiden? Ik merk het effect van alle nieuws en meningen zelf ook. Ik probeer leerlingen te laten zien hoe ik ermee omga. Daarom probeer ik aandacht voor omgangsvormen zelf te laten zien.’ Voor Sacha was het voorbije jaar ‘De weg is ook het doel’ steeds meer haar motto. ‘Als ik zeg: ‘Je moet er respectvol met elkaar omgaan’ dan ga ik niet snel en gehaast te werk. Maar met aandacht. Voorleven. We starten samen de les met aandacht. We zijn er in de eerste plaats om menselijk met elkaar om te gaan. Je kunt wel lessenseries opzetten voor elk nieuw crisisthema, maar je kunt ook medemenselijkheid voorleven en in dat proces de vaardigheden en de omgangsvormen leren. Het zit in kleine dingen.’

“De duidelijkheid die we vroegen, leerde mij en collega’s dat we dat eerder hadden mogen doen.”

Ger ervaarde vooral wat duidelijkheid en gezamenlijkheid oplevert. ‘Mijn inzicht bestond er vooral uit hoever je kunt komen als je samen zorgt voor het schoolklimaat. In onze school zijn we vooral aan het werk geweest met de verbetering van het schoolklimaat. Dat heeft gezorgd dat over de telefoons een duidelijk en werkend beleid bestaat. Telefoon in de telefoontas was geen enkel probleem. Je kunt gewoon les gaan geven. Wat wel ontstond is dat leerlingen Whatsapp op hun laptop zetten en daarmee bleef de afleiding er. Nu wordt een programma geïnstalleerd waarmee je dat als docent kunt monitoren. De duidelijkheid die we vroegen, leerde mij en collega’s dat we dat eerder hadden mogen doen.’

Sacha herkent het effect van het besluit over mobiele telefoons. ‘In mijn school is er naast de algemeen geldende afspraken ruimte. Je kunt het in situaties die zich voordoen op jouw manier doen. Zowel voor leraren als leerlingen is die ruimte fijn. Je behoudt als leraren je eigen uniekheid. Voor de leerlingen wordt het geen eenheidsworst. ‘Wat we wel gezamenlijk hebben ingevoerd is het mobieltjesverbod in het lokaal. Dat hadden we veel eerder moeten doen. We waren er trots op dat dat door iedere docent werd gedaan en dat die duidelijkheid ook rust brengt.’

Verwachtingen voor 2025

Veel ontwikkelingen in de wereld wijzen op het belang van ons vak, meent Sacha. ‘Ik vind ons vak steeds belangrijker worden, al verwacht ik niet dat het ook belangrijk gemaakt zal worden. Maar men ervaart steeds meer polarisatie. Zie wat er de afgelopen weken ook weer allemaal geroepen wordt door politici en media over integratie. Daardoor gaan steeds meer leerlingen twijfelen aan wat er in de ‘mainstream media’ is en wat ze zelf zien. Ook merk je dat leerlingen meer uit elkaar drijven. Dan is het goed dat er een plek is waar je onder begeleiding en met kennis van zaken deze dingen kan bespreken.’ 

“We moeten onszelf zichtbaar houden.”

Het is de taak van de hele beroepsgroep om te zorgen voor een hoge kwaliteit. Sacha: ‘Je merkt wel dat je voor het vak moet zorgen. Ik heb daar niet meteen een oplossing voor. Ik doe vooral de dingen waarvan ik merk dat leerlingen ze relevant vinden en waarvan ik dan ook merk dat als docenten erover horen ze zeggen: ‘Wat goed dat je naar de moskee bent geweest’ of ‘Mijn leerlingen kwamen terug en zeiden dat ze zo’n mooi gesprek over de dood hadden gehad bij jou. Als ik iets bijzonders heb gedaan In de klas of buiten school deel ik het in de nieuwsbrief voor ouders en op Insta. Ik probeer het vak vooral voor het voetlicht te brengen. Worden er gesprekken over de lessentabel gevoerd, dan ben ik erbij. En is er een open dag, dan zorg ik dat daar ook een proefles levensbeschouwing is. Het is zaak dat identiteit en levensbeschouwing redelijk prominent in je folder staan. En als ouders daar dan van schrikken, dan wil ik op de open dag wel vertellen wat voor belangrijke bijdrage we leveren in de ontwikkeling van leerlingen. We moeten onszelf zichtbaar houden.’

Ger sluit aan bij Sacha. Het is zaak om de waarde van het vak te laten zien. ‘Ik heb 19 jaar voor de klas gestaan. In die 19 jaar is het met onze vaksectie tweemaal gelukt dat een leerling een theologische opleiding is gaan volgen en één leerling is uiteindelijk het onderwijs ingegaan. Als je dat vergelijkt met filosofie: ieder jaar heb ik er minimaal één die ik aflever op een filosofische faculteit. We zien in het theologisch onderwijs bijna geen aanwas. Dit jaar was er bij de protestantse opleidingen wel een groot aantal studenten, maar dat gaat niet om onderwijs. Het heeft mogelijk te maken met het maatschappelijke beeld van religie. Het heeft te maken met secularisatie, de discussie die steeds opnieuw aangezwengeld wordt of dat artikel 23 wel moet blijven bestaan. Of dat persoonsvorming een zaak is voor thuis. Neutraal onderwijs bestaat niet. Toch denkt men van wel. Dan zijn er ook aangekondigde bezuinigingen op het Godsdienstig Vormingsonderwijs binnen het openbaar onderwijs. Het vak kampt met tekorten aan eerste- en tweedegraders en is op veel scholen geen examenvak dus wordt het niet voor vol aangezien. We moeten in die omstandigheden goed zorgen voor het vak.’

“Hier is nog een wereld te winnen en voor 2025 is het belangrijk dat het scholen lukt om tot goede vakleerplannen te komen.”

Ger heeft hoge verwachtingen van het inspiratieboek van LERVO dat in maart 2025 verschijnt. ‘Het helpt leraren bij de vraag hoe je met de perspectieven kunt gaan werken. Het zou goed zijn als het ook in lesmethodes wordt opgenomen. Dat geeft duidelijkheid en kwaliteit. Het zorgt mede voor een hoge standaard. Een degelijke startpositie. Als iedereen het eigen wiel moet uitvinden en een deel van de mensen is niet goed toegerust door gebrek aan (voor)opleiding of doordat ze op school niet gefaciliteerd worden, dat is zonde. Bovendien zijn secties vaak maar klein en verlies je slagkracht met veel deeltijders. Hier is nog een wereld te winnen en voor 2025 is het belangrijk dat het scholen lukt om tot goede vakleerplannen te komen.’ Wat hierin kan helpen is samenwerken en delen. ‘We hebben werkdagen binnen de VDLG-kloosterweekenden gekend waar je met elkaar aan het vakleerplan werkte en de Narthex zou met voorbeelden uit scholen ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren.’

Sacha sluit aan. ‘Contact en afstemming van opleiders van de verschillende lerarenopleiding is belangrijk. Zij kunnen docenten ondersteunen en verder scholen als die eenmaal aan het werk zijn en bijvoorbeeld te maken hebben met een kleine sectie. Het verschilt wel per school hoe belangrijk zo’n vakleerplan wordt gemaakt. En je hebt te maken met de kansen en de valkuilen rondom burgerschap. Natuurlijk biedt burgerschap ons kansen. Maar we zijn echt ook heel anders. Vooral het persoonsvormende. Op dat punt is het belangrijk elkaar als leraren te ontmoeten. De VDLG kan een plek zijn waar je met elkaar in contact kan komen en de vraag kan stellen: ‘Dit thema, hoe doen jullie dat? Wat doe je hierbij met werkvormen? Hoe kun je persoonsvormende opdrachten geven waarbij je leerlingen de diepte ingaan. Er zijn daarvoor in het verleden ook kringen geweest.’

Ger beaamt dat vaste vormen in het elkaar ontmoeten belangrijk zijn. ‘Vanuit mijn school, de KSE, werken we samen met collega’s van het Newman in Breda onder de naam BEO (Breda en omstreken) waar we met collega’s ons eigen materiaal schrijven. Veel kringen zijn een kort leven beschoren. Je moet weer iemand hebben die dat op zich neemt om dat te sturen en daar schort het vaak aan. We hebben het al heel druk en investeren te weinig tijd in bredere vakontwikkeling.’

Goede voornemens

Vooruitkijken leidt vaak tot voornemens. Sacha: ‘Ik ben vanwege mijn zwangerschap voorlopig thuis. Ik ga na de zomervakantie pas weer lesgeven. Ik ben voor mezelf wel geneigd om altijd weer grote nieuwe dingen te willen opzetten en dan is het mijn goede voornemen nu rustig aan te doen en inderdaad: De weg is ook het doel. Dat blijf ik benadrukken. Ik probeer met aandacht les te geven en met aandacht mijn gesprekken met de leerlingen te voeren. Natuurlijk moet je goede lessenseries en mooie opdrachten hebben. Daar werk ik altijd wel aan, maar ik zie meer en meer wat je kunt bereiken in het klein door voorleven en voordoen.’

Voor Ger staan goede voornemens in het teken van een heel ander leven na het afscheid van het onderwijs. ‘Vorig jaar was mijn goede voornemen: in goede gezondheid de eindstreep halen. Nu ik ben gestopt geldt dat ook voor ‘de hele lange vakantie’. En dan hoop ik dat de eeuwige vakantie nog heel lang op zich laat wachten. Ik heb geen plan. Ik heb geen doel. Komt er een klus voorbij, dan doe ik dat.’

Tip

De vakantie wordt door veel leraren met veel lezen ingevuld. Als Sacha een tip mag geven, wijst ze op twee titels die het afgelopen jaar indruk op haar hebben gemaakt. ‘Het ene is Over de kloof van Maurits Chabot. Het gaat over mensen die heel onwaarschijnlijke vriendschappen hebben. Bijvoorbeeld bijde genocide in Rwanda, een mevrouw die een vriendschap ontwikkelt met de persoon die haar heeft proberen te vermoorden en ook haar dochter heeft vermoord. Of mensen die een vriendschap ontwikkelen met de dronken bestuurder die hun kind heeft doodgereden. Of een Dutchbatter met een jongen in de omgeving van de compound. Allemaal waar gebeurd. Heel indrukwekkend. Het andere is Etty Hillesum van Judith Koelemeijer. Ik wist niet zoveel over Etty Hillesum en het boek gaf mij ook meer informatie over de Joodse Raad.’

Ger noemt een onbekendere titel: ‘Ik heb vooral het boek Satan van Danny Praet onthouden. Praet is hoogleraar klassieke Filologie en Wijsbegeerte aan de universiteit van Gent. In zijn in de zomer van 2024 verschenen boek wordt de duivel vanuit verschillende invalshoeken beschreven. Vanuit literair, Bijbels en historisch perspectief bijvoorbeeld. De duivel is duizenden jaren oud en kent vele gedaantes. Of hij nu Satan of Beëlzebub of Mephistopheles of Lucifer heet, hij blijft mensen ook vandaag nog ongemeen boeien. In dit boek vertelt Praet zijn geschiedenis. Het ontstaan van deze figuur in het antieke Midden-Oosten en zijn ontwikkeling in jodendom, christendom en islam. Maar hij kijkt ook naar andere tradities, zoals demonen en bezetenheid in Afrikaanse culturen, de evolutie van de duivel in de middeleeuwen en de moderne tijd, zwarte magie en hekserij, Goethes Faust en beroemde films zoals The Exorcist.’

      

 

In gesprek

De lespraktijk van Enrico van Rooij

De lespraktijk van Albert Jan Lourens

De lespraktijk van Benthe le Clercq

Terugkijken & vooruitblikken: ‘Leraren die levensbeschouwelijk thuis zijn en daar een verhaal rond hebben’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Hoe maken we nieuwe leraren verliefd op het vak?’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Uitkijken naar de studiedag en het inspiratieboek’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Doen en ervaren spreekt jongeren enorm aan’ 

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Vol vuur van start’

De lespraktijk van Patrick van Doeveren

De lespraktijk van Davina Jochems

De lespraktijk van Jan Bollemaat

De lespraktijk van Corien Jeronimus

De lespraktijk van Janneke Sonneveld

De lespraktijk van Bill Banning

De lespraktijk van Marion van Ham