De lespraktijk van Hannie Hoefnagels
Hannie Hoefnagels is al lange tijd lid van de VDLG. Ze werkte tot 2023 als docent levensbeschouwing in Limburg. Het werken met jongeren is voor haar belangrijk. Dat maakt dat ze ook na haar pensionering nog op dat gebied actief is en lid is gebleven van de VDLG.
Wie ben je, waar werk je en welke werkzaamheden doe je?
‘Ik ben onder andere vrijwilliger bij Zin in Leven.* We bieden daar begeleiding aan professionals en vrijwilligers die met jongeren werken. Het gaat erom signalen van depressie en eenzaamheid bij jongeren tijdig op te merken. We zijn ooit begonnen vanuit de zorg om jongeren en het hoge aantal suïcides dat hier in Limburg was. Toen we begonnen, was de vraag nog sterk: heeft wat jongeren ervaren nu met zingeving te maken? Inmiddels weten we heel duidelijk: dat heeft heel veel met zingeving te maken, zo niet alles! Wat ik doe, is begeleiders van jongeren vertellen over wat zingeving is. Wat ik doe, is steeds eenmalig. Ik ben op verschillende plekken geweest met een film, een afstudeerproject van een student dat heet De mooiste tijd van je leven. De film gaat over de studententijd en groepsdruk. Ook het onderwerp zelfdoding komt erin voor. We gaan actief op zoek naar plekken waar jongeren samenkomen om deze film te laten zien en gaan in gesprek. Wat ik doe, is begeleiders van jongeren duidelijk maken wat zingeving is. Het is best ingewikkeld om het belang van zingeving over te brengen. Het is mijn overtuiging en ook van anderen bij Zin in leven, dat zingeving de belangrijkste drijfveer van de mens is. Het werkt beschermend, maar ook helend. Dat moet je niet overslaan. Ik werk daarnaast mee aan een methode van uitgeverij Creathlon en ik heb burgerschapsprojecten verzorgd namens het provinciaal platform diversiteit Limburg.’
“Iemand zei: ‘Waarom word jij geen docent?’”
Wat heeft je doen kiezen voor het vak?
‘Ik heb theologie gestudeerd in Utrecht in de jaren 80. Daarna heb ik bij de afdeling voorlichting van de Universiteit Utrecht gewerkt en later als personeelsconsulent bij de universiteit. Toen ik moeder werd van twee kinderen ben ik even gestopt. Vanwege de extra zorg rond ons tweede kind – we hebben er drie – ben ik tijdelijk gestopt met werken. Toen dat allemaal weer liep, dacht ik: en wat nu? Iemand zei: ‘Waarom word jij geen docent?’ En ik dacht: waarom eigenlijk niet? Zo geschiedde. Ik heb de docentenopleiding gedaan en ben gaan lesgeven. Toen begreep ik: dit is wat ik wil, waar ik naar gezocht heb! Ik heb het ruim twintig jaar gedaan, levensbeschouwing, op katholieke scholen in Brabant en Limburg. Toen ik theologie studeerde en ik zag mijn studiegenoten de opleiding tot docent doen, dacht ik: dat gaan we niet doen. Ik was te jong, te zoekend. Maar toen ik veel later de lerarenopleiding ging doen, was het het juiste moment en het paste goed bij mij.’
Wat is voor jou belangrijke inspiratie in je werk?
‘Ik heb niet echt een bepaalde inspiratiebron. Het is voor mij nooit één boek of één persoon geweest. Jongeren waarmee ik werk, vind ik heel inspirerend. Toen ik lesgaf, dacht ik: hier ben ik op mijn plek. Ook bij het werk voor Zin in leven ervaar ik dat. Natuurlijk lees ik ook – genoeg – en dat neem ik op de een of andere manier mee. Maar het waren vooral altijd de jongeren. Ik kon ontzettend veel van leerlingen leren. Je bent mede door hen permanent in een leersituatie, dat is heel verrijkend. En voor mij persoonlijk geldt ook dat natuur belangrijk is. Rust, ruimte, stilte inspireert mij ook.’
“Zorg dat je een fundament hebt van vaardigheden en kennis waar je op terug kunt vallen.”
Wat zijn successen in je onderwijs waar je trots op bent?
‘Ik vind het woord succesvol heel lastig. Voor mij is vooral belangrijk: wanneer ben ik van betekenis geweest? Dat doet meer goed dan dat je zegt: dat is een succes.
Als leraar gebruikte ik bijvoorbeeld de methode Perspectief. Dat werkte met de vaste structuur van eerst in gesprek, dan theorie. We gebruikten naast de methode ook andere materialen. Dat je kennis nam van wat leerlingen opschreven, stimuleerde hen. We keken altijd door de opdrachten heen en gaven terugkoppeling. En diezelfde stimulans gold voor het mogen samenwerken. Daardoor gingen leerlingen ineens heel anders werken. Ik kon daar altijd erg van genieten, want de leerlingen hadden ineens een gesprek over wat ze waardevol vinden, over zin, en dat is belangrijk.
Ook werkte het heel goed om de leerlingen spellen te laten maken. Het ging bij die opdracht over ethiek. Je moest als leerling theorie tot je nemen en dat in een spelvorm terug laten komen. Tijdens het maken gebeurde er ontzettend veel. Daar werd echt veel geleerd. Ik had eens een groep van drie jongens die een spel maakten dat ging over zingeving en dat ze de naam BeYourSelf gaven.** Ze namen met hun spel deel aan een challenge om burgerparticipatie van jongeren te vergroten met als doel hun welzijn te verbeteren. Die challenge wonnen ze. Daarmee hadden ze een bedrag om het te ontwikkelen. Het spel is uiteindelijk geproduceerd. Het was een best lang proces om het uiteindelijk gerealiseerd te krijgen, maar het spel vond zijn weg naar kleine zorginstellingen en buurtpunten. Ze bedachten het spel toen ze 13 waren en toen het werd uitgegeven waren ze 17. Een andere opdracht die altijd van grote betekenis was, was het schrijven van een levensverhaal. In havo 5 was dat de laatste opdracht voor leerlingen. Dat is heel bijzonder om te lezen. Meer dan eens zei een leerling: “Alles wat ik hier op school doe is onzin, maar dit was belangrijk.” Dat zei mij genoeg.’
“Die vraag – wat doe ik hier eigenlijk? – mag er zijn.”
Wat is een vraagstuk of uitdaging in het vak waar je nu vooral aan werkt?
‘Ik heb iets waarover ik nadenken, maar het is niet echt een vraagstuk. Het is meer een opvatting over onderwijs. Ik denk dat het heel belangrijk is dat er in onderwijs een fundament is dat blijvend is. Scholen gaan vaak iets nieuws doen, bijvoorbeeld mediawijsheid. Mijn stelling is: zorg dat je een fundament hebt van vaardigheden en kennis waar je op terug kunt vallen. En combineer dat met levensoriëntatie en wat actueel is. Dat maakt dat je niet telkens opnieuw moet gaan uitvinden en dat je leerlingen iets blijvends meegeeft. Vanuit dat fundament kun je steeds ook andere onderwerpen die er zijn met leerlingen bespreken.
Ik maak me daarnaast zorgen over de enorme toeloop richting de GGZ. Ik vond het als leraar vreselijk om te zien dat, als een leerling zich meldt met een worsteling, het te snel geproblematiseerd wordt. Terwijl mijn idee is dat jongeren soms alleen maar willen zeggen: ‘Luister even naar mij, zie me, erken me, en dan kan ik weer verder.’ Die vraag – wat doe ik hier eigenlijk? – mag er zijn. En dan is het aan de professional om te weten: is dit een risicovraag of een zingevingsvraag? Er hoeft niet meteen een heel peloton professionals voor een leerling neergezet te worden.’
Wat betekent de VDLG voor jou, en wat zou je graag meer zien binnen de vereniging?
‘Ik ben al lid vanaf dat ik ging studeren, dus zo’n 25 jaar. Toen ik lid werd, had je nog godsdienst en levensbeschouwing als aparte verenigingen. De VDLG is voor mij een inspiratiebron. Ik kan niet zeggen dat ik dingen mis. Ik denk dat jullie hartstikke goed werk doen. Waarvan ik denk: dat doen mensen gewoon gratis!’
*Zin in leven is onderdeel van Stichting Tijdig en stichting. ‘t PGCJ, die zich vanuit katholieke en christelijke invalshoek richten op sociaal maatschappelijke dienstverlening.
**Het spel is nog te bestellen bij Hannie via hannie.hoefnagels@gmail.com.
Meer informatie
Meer over het spel BeYourSelf kun je lezen in het artikel Spelenderwijs op weg naar zin. Inspirerende ontmoetingen met jongeren over zin en leven.
In de kennisbank van Kennisplein Zingeving vind je diverse artikelen over het onderwerp waaronder het prijswinnende artikel Weerbaar voor veerkracht: ‘De school als ‘stem’ in de ontwikkeling van veerkrachtige leerlingen’ (winnaar Paul Boersma award 2024).
Conference paper samen met Ina ter Avest namens stichting IDEIS (www.ideis.nl): ‘’The dialogical classroom’’. Paper geschreven voor de tweejaarlijkse conferentie van de NICMCR, organsatie voor dialoog christenen en moslims in Nederland en Indonesië (nog niet gepubliceerd, in afwachting van goedkeuring). Het paper is gepresenteerd tijdens de conferentie (1-2 oktober jl, Universiteit Groningen). Meer informatie: www.nicmcr.org.