Terugblikken en vooruitkijken: Zingend het nieuwe jaar in
Terugblikken op 2025 met Raaf Cornelisse en Joël Valk
Ze spraken elkaar één keer kort. Verder kenden ze elkaar niet. Ze kijken op uitnodiging van de VDLG terug op het voorbije jaar. Joël Valk (foto links) is zij-instromer. Hij werkte jarenlang in de kunsteducatie. Toen hij op de Christelijke Hogeschool Ede een keer voor aankomend docenten godsdienst een gastcollege over film mocht geven, viel het kwartje. Hij besloot de lerarenopleiding te doen en startte daarna een promotietraject over beelddidactiek. Inmiddels is hij leraar levensbeschouwing aan het Corderius College in Amersfoort. Raaf Cornelisse (foto rechts) staat ruim 35 jaar voor de klas, waarvan 20 jaar als docent levensbeschouwing en filosofie op het Marnix Gymnasium in Rotterdam. In februari werd hij daarnaast vakdidacticus godsdienst en levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit in Amsterdam – een terugkeer naar zijn oude opleiding, waar hij in 1990 afstudeerde.

Het vak in 2025
Wat was dit jaar een belangrijke gebeurtenis? Joël: ‘Dit jaar kwam het eerste boek van LERVO uit. Op de komende studiedag wordt een nieuw curriculum voor het vak gepresenteerd. Dat vind ik een belangrijke ontwikkeling waar we allemaal mee te maken krijgen.’ Ook Raaf merkt de aandacht voor LERVO op. Raaf: ‘Het zoemt rond. Ik hoor het ook van studenten die ik lesgeef. Ze zeggen: ‘Er is zo’n perspectiefbenadering en daar moet ik wat mee.’ Zonder dat ik ze dat per se heb gezegd. Dat maakt mij hoopvol. Het is blijkbaar zo’n goede ontwikkeling dat de mensen het opmerken. In mijn omgeving wordt er in elk geval veel over gesproken. Ik hoop dat het breed gedragen gaat worden.’
Levensbeschouwing geven
Wat was een belangrijke gebeurtenis of verandering in je werk? Hoe was 2025 in levensbeschouwelijke zin? Op die vraag antwoordt Joël: ‘Ik ben weer veel gaan lesgeven. Ik had drie dagen voor het onderzoek en gaf daarnaast nog één dag les. Die tijd is om. Nu geef ik drie dagen per week les en doe ik twee dagen in mijn eigen tijd de afronding van mijn onderzoek. Ik heb erg moeten wennen aan weer zoveel lesgeven. Ik heb nu twee dagen voor onderzoek, maar merk dat een deel daarvan opgaat aan voorbereiden en nakijken. De vier jaar dat ik een beurs had voor mijn promotieonderzek gaf een enorme vrijheid. Het was ook een enorme kans om me op ontzettend veel vlakken te ontwikkelen. Maar als je niet klaar bent in die gestelde tijd, dan is dit de uitkomst. Het is nu even doorbijten.’
Raaf voegde aan zijn werk als leraar in Rotterdam een rol als vakdidacticus toe: ‘Het was voor mij heel erg leuk om op 1 februari de VU weer binnen te lopen na zoveel jaar. Het is voor mij een heel bijzondere plek. Er is een heleboel veranderd, maar dat hoofdgebouw met de kerkzaal bovenop is er nog altijd. Dat vervult mij met bijzondere gevoelens. Net als het bijzonder is om deel uit te maken van zo’n wereld. Dat is gewoon heel anders dan op een school rondlopen. En daarnaast ook alle mensen die je leert kennen, de andere vakdidactici, mensen binnen de VDLG, allerlei andere contacten. Het is of alles bij elkaar komt. Mensen over wie je hebt gehoord of hebt gelezen, kom je nu in allerlei verbanden tegen. We hebben rond ons vak best een breed netwerk met allerlei groepen mensen die zich met allerlei kanten van het vak bezig houden. Dat vind ik ook bijzonder om te zien. En ik gun elke leraar dat netwerk ook, zodat je meer ziet van wat er allemaal gebeurt. Het is jammer als je alleen je eigen school en sectie hebt om je vak te beoefenen en te ontwikkelen.’
Nieuws in de klas
Was er nieuws dat heel duidelijk in de klas te horen was? Waar leerlingen naar vroegen of hun mening regelmatig over gaven? Raaf: ‘Voor mij is dat Charlie Kirk. Het viel me heel erg op hoe het leerlingen bezighoudt. Met name in de bovenbouw begonnen leerlingen erover. Ik had er in de krant wel eens iets over gelezen, maar niet veel. Blijkbaar volgen de leerlingen het nieuws op zo’n manier dat ze het veel meer gepresenteerd krijgen. Het hield me bezig dat dit nieuws zo breed leeft onder leerlingen. Ik dacht: een gebeurtenis ergens in Amerika, waar we weinig mee te maken hebben. Maar leerlingen wilden het erover hebben. Het was voor mij een eye opener, dat ik het nieuws toch beter in de gaten kan houden zodat ik weet wat hen bezighoudt. Het was niet zo dat mijn leerlingen zijn gedachtegoed deelden, maar meer dat een man zomaar wordt vermoord. Dat schokte de leerlingen.’
Voor Joël was het eerder een nieuw boek dat een actueel thema aansneed. Joël: ‘Ik moet denken aan de publicatie van het boek Over vrijheid van Timothy Snyder. Ik heb een citaat uit het boek gedeeld met leerlingen. Vrije mensen zijn voorspelbaar voor zichzelf en onvoorspelbaar voor machthebbers en systemen. Ik heb er een aantal dagopeningen mee gedaan. Het was interessant om met de leerlingen na te denken over vragen als: wanneer zijn wij vrij, wat zorgt ervoor dat je jezelf echt een vrij mens kunt noemen en in hoeverre spelen systemen een rol bij onze onvrijheid? Dat was hetgene waar ik het meeste aandacht heb besteed als het gaat over thema’s in het nieuws.’
Raaf: “Mijn goede voornemen is ook om te blijven zingen.”
Ontwikkeling
Wat was een inzicht waarmee je dit jaar aan het werk bent gegaan? Joël: ‘Ik heb gemerkt hoe belangrijk het is je curriculum te onderhouden. En hoe moeilijk het is om daar tijd voor te vinden met elkaar. Ik schreef voor mijn masterscriptie over doelen voor ons curriculum, dat moest daarna geïmplementeerd worden. Ik ging verder met mijn promotie. Toen ik daarna terugkwam was er nog weinig mee gebeurd. Ik ben daar nu zelf weer heel sterk mee bezig. Omdat ik vakdidactisch promotieonderzoek doe, ben ik helemaal ondergedompeld in alles wat te maken heeft met leren en ontwikkelen. Ik merk dat collega’s ook veel andere taken hebben. Daarom ben ik ermee aan de slag gegaan.’
Raaf: ‘Ik zie altijd kansen voor verbetering voor ons vak. Ik probeer de praktische opdrachten, zoals ze bij ons op school heten, steeds te verbeteren. Rubrics vind ik een mooi instrument om voor leerlingen aan te geven wat er van ze verwacht wordt en hoe ze de opdracht zo goed mogelijk kunnen doen. Ik vind dat binnen ons vak het leren van vaardigheden veel meer oplevert dan alleen kennis toetsen. Ook bij mijn andere vak filosofie zet ik praktische opdrachten in. Ik ben helemaal niet zo creatief. Maar het werkt heel goed. Ik merk dat het goed is om zulke opdrachten toe te voegen aan het curriculum.
Joël: “Ik kijk ernaar uit om met mijn promotieonderzoek echt iets op te leveren voor de praktijk.”
Verwachtingen
Wat mag je voor ons vak verwachten in het nieuwe jaar? Raaf: ‘Er gebeurt veel op het gebied van burgerschap. Ook vanuit de inspectie. Ik vind dat naast LERVO wel een belangrijk thema om op te letten. Op hoe levensbeschouwing, godsdienst en burgerschap met elkaar te maken hebben. Wij hebben heel wat te bieden met ons vak. Als je dat op een bepaalde manier inricht, kun je je schoolleiding laten merken: wij doen dat al, wij zijn daar echt actief mee bezig. Dus om je eigen vak op de kaart te zetten, nationaal, maar ook binnen je school, is dat heel belangrijk.’
Joël: ‘Ik moet denken aan die nieuwe uitgeverij die samen met docenten lesmateriaal wil gaan maken. Ik weet niet of levensbeschouwing daar ook tussen zit, maar ik heb daar wel hoge verwachtingen van. Ik ben mijn vertrouwen een beetje kwijtgeraakt in de uitgevers van lesmethodes die wij gebruiken. Er wordt weinig geld aan uitgegeven.’ Het nieuws over NEON maakt ook Raaf nieuwsgierig: ‘Ik begrijp dat deze methode echt veel minder geld moet gaan kosten. Ik ben benieuwd hoe ze dat gaan doen. Ik maak zelf veel materiaal en vind het fijn dat er ook een methode is. Dan kan ik mijn leerlingen ook een boek bieden om dingen in op te zoeken. Ik vraag me af hoe ze het gaan bekostigen.’
Voornemens
Een nieuw jaar betekent goede voornemens. Voor Joël is het afronden van zijn promotieonderzoek het belangrijkste voornemen. Joël: ‘Ik kijk ernaar uit om met mijn promotieonderzoek echt iets op te leveren voor de praktijk. Ik wil graag iets bieden dat het vak vooruit helpt als het gaat om beeld en didactiek.’ Raaf zou net als hij doet binnen zijn gymnasium graag met het curriculum aan de VU aan de slag willen. Raaf: ‘Ik zou persoonsvorming op de een of andere manier nog breder willen uitlichten. Niet alleen in ons vak, maar ook breder in de school. Als ik hier blijf op de VU wil ik ook daar graag eens goed kijken naar het curriculum en dan kijken wat er we met de perspectiefbenadering kunnen doen. Eventueel nieuwe vakdidactische benaderingen toevoegen. We gebruiken het Handboek Vakdidactiek Levensbeschouwing & Religie.* Daar staan al aardig wat benaderingen in. Maar het kan best wel aangevuld worden met de perspectiefgerichte benadering.’
Raaf ziet méér kansen voor het nieuwe jaar: ‘Mijn goede voornemen is ook om te blijven zingen. Ik houd erg van zingen. Het helpt mij te genieten. Harry Kuitert was mijn leermeester op de VU. Hij zei altijd: ‘God is mijn lied.’ Dat is zo’n uitspraak, die onthoud je. Ik denk: hij heeft gelijk. Als ik bezig ben met levensbeschouwing en geloof, dan is zingen voor mij dé manier om daar vorm aan te geven. Dat moet ik vooral blijven doen. Daar blijf ik vrolijk door.’
Joël is benieuwd: ‘Zing je wel eens met leerlingen?’ Raaf schudt het hoofd. ‘Wel gedaan, nu niet meer. Als mentor met de kerstvieringen.’ Joël: ‘Ik gebruik het Liedboek van de kerken als bronnenboek. Omdat het zowel qua dichtkunst als melodieën ontzettend veel te bieden heeft. Teksten van grote componisten en dichters. Een paar leerlingen waren er eens in aan het bladeren en die zagen een lied dat ze kenden en gingen het zingen. Sindsdien gebruik ik het ook gewoon om, nou ja, in ieder geval te proberen om het lied te laten klinken, want dat hoort gewoon echt. Ik ben daarin een wat avontuurlijker docent dan mijn collega’s. Ik probeer dat dan gewoon. Ik denk niet van tevoren: dat gaan ze toch niet doen, want het gros gelooft niet. Nee, ik probeer het gewoon. Zo had ik van de week ook weer zo’n fantastische ervaring. We hebben het nu over lichtfeesten in de brugklas. Dan gaat het steeds over lichtjes aansteken, maar je mag bij ons op school geen kaars aansteken in verband met brandgevaar. Ik heb ze meegenomen naar de kapel van de katholieke kerk. Ik heb tegen ze gezegd: ‘Van mij mag je een kaarsje aansteken. Ik betaal.’ Iedereen stak een kaarsje aan. Dat wat in die leerlingen zit, zeker wanneer ze jong zijn, dat probeer ik zo aan te wakkeren. Zingen is net zoiets. Het wordt op basisschool namelijk ook niet veel meer gedaan. Maar als ze een kerkelijke achtergrond hebben, dan kennen ze dat wel. En nou ja, het is gewoon heel gezellig als er gezongen wordt in de klas.’
Raaf: ‘Goed dat je het zegt. Ik vind ook dat je met ons vak veel kan doen. Ik ben nu in de tweede klas bezig met hindoeïsme. Ik hoop morgen een beetje te mediteren en een beetje yoga te geven. Gewoon om het lijf van die tafel en die bank te halen. We gaan in een kring zitten én we gaan lopen. Ik ben heel benieuwd. In de vijfde klas laat ik de leerlingen mystieke teksten lezen. Gewoon heel andere dingen doen dan je bij de andere vakken doet. Zingen? Ja, ik ben ook niet vies van bijzondere dingen. Het is een goed idee om dat eens te proberen.’
Tip
De kerstvakantie is een fijne lange periode om eropuit te gaan of je heenkomen te zoeken in een boek. Wat raden Raaf en Joël aan?
Raaf las onlangs Ik ga leven van Lale Gül. ‘Ze is een jonge moslima uit Amsterdam. Dat boek vond ik toch wel heel bijzonder om te lezen. Het is een egodocument over hoe ze het leven ervaart. Het is een beetje grof en ongenuanceerd, maar wel goed geschreven. Ik herken haar taalgebruik. Veel van mijn leerlingen hebben een migratieachtergrond. Zij schrijven ook zo. Ze gebruiken soms heel keurige Nederlandse woorden in een heel ander verband dan wij ze zouden gebruiken. Woorden als `persisteren’. Onlangs heb ik op NPO 3 ook een documentaire over haar gezien. Hierin werd haar verhaal verteld, over hoe moeilijk het voor haar is om te leven zoals ze zou willen. Ze is uit haar familie gezet en leeft los van de verbanden waar ze eerst deel van uitmaakte. Helemaal op zichzelf. Er was ook een gesprek met Femke Halsema die het voor haar heeft opgenomen. Dat vond ik echt bijzonder om te zien. Ze wordt van alle kanten verguisd. Het is echt heel polariserend. Als je dat ziet, denk ik: het is mooi dat iemand dan voor je opkomt.’
Voor Joël is een museum de aangewezen plek om een paar dagen in de vakantie door te brengen. Joël: ‘Ik vind musea geweldige plekken om rond te lopen. De vaste collectie van Catharijne Convent heeft sinds mijn studie mijn hart gestolen. Meestal gaan mensen naar de wisseltentoonstellingen. Maar de vaste collectie is ook fantastisch. Datzelfde geldt voor wat vroeger het tropenmuseum in Amsterdam was [nu Wereldmuseum]. Dat vind ik ook geweldig, Ze hebben hun collectie een beetje door elkaar gegooid. Er is nu minder aandacht voor islam, wat ik erg jammer vind. van alle museale collecties hebben zij de grootste collectie islam. Maar dan nog is het geweldig om daar rond te lopen. Ik ben ook altijd verrast wanneer er in musea aandacht is voor de oosterse godsdiensten waar je het niet direct verwacht, zoals het Rijksmuseum. Ga lekker het museum in in de vakantie en laat je verrassen door de schoonheid van de beeldende kunst.’
* Handboek Vakdidactiek Levensbeschouwing & Religie (open access)
Raaf werkt op donderdag 15 januari (15.30-17.00 uur) mee aan een webinar over formatief handelen binnen ons vak. De rubrics komen dan ook aan de orde. Meer lezen over het webinar? VDLG webinar 2: Algemene didactiek en formatief handelen
