
Blog: Tussen tranen en tover en waarom sacrale ijsjes altijd goed zijn
Vandaag werd ik tijdens de les uitgenodigd om stil te staan bij wat voor mij heilig is, tijdens een studie opdracht waarin ik een familiewapen moest ontwerpen. De vraag was simpel: wat is voor jou heilig?
In de auto veranderde deze ogenschijnlijk simpele vraag in mijn hoofd naar een emotionele confrontatie. Ik dacht aan het voorbeeld dat de docent vol overtuiging en vanzelfsprekendheid op het whiteboard schreef; zijn gezinsleden. Met tranen die over mijn wangen rolden, dacht ik aan dingen die voor mij heilig waren maar die ik gaandeweg verloren ben. Twee gebroken gezinnen, een plek van geborgenheid, onvoorwaardelijke liefde, (schoon)familie, vriendschappen.
Ik rij op de A2 en op de radio, misschien toch een klein wondertje: het geweldige liedje ‘Purpose’ van Justin Bieber met op het einde de voice-over:
“You can’t be hard on yourself for these were the cards that you were given
So you have to understand that these, like… that’s not who you are
You’re trying to be the best you can be but that’s all you can do
If you don’t give it all you got, you’re only cheating yourself
Give it all you got, but if it ends up happening, it ends up happening”
Ik besef ineens hoe kwetsbaar iets wat je als heilig kan ervaren is en dat dit in één flits verloren kan gaan. Niet alleen helemaal verdwenen, maar ook nog eens vervangen door een (schreeuwende) leegte. Een gat dat niet zomaar opgevuld kan worden. Het heilige zal nooit meer in dezelfde vorm terug kunnen komen. Even verder met de opdracht: zijn er nu dan andere heilige dingen in mijn leven? De gedachten in mijn hoofd hebben niet gelijk een antwoord. Ik kom wel dingen tegen in het hier en nu die zekerheid geven, maar dat is niet sacraal.
Zou het kunnen dat overlevingsmechanismen de deuren naar verwondering sluiten? Zou het kunnen zijn dat wij mensen muren bouwen waardoor de magie niet meer zomaar en onverwachts binnen kan komen? En waardoor je dus het leven als minder sacraal ervaart?
Deze week werd mij in de klas gevraagd of ik een geloof heb. Een simpele vraag, maar voor mij best complex. Ik ben wel gedoopt als kind, maar heb op dit moment geen religieus geloof waar ik mij volledig aan kan overgeven. Toch kijk ik met hele diepe bewondering naar mensen die dat wel kunnen. Hun overgave en hun vertrouwen in iets wat transcedent is, is iets waar ik met eerbied naar kijk. Ik vind dit sacraal, zelfs als ik er zelf geen deel van uitmaak. Maar ook hier voel ik de keerzijde: de leegte. Sommige mensen hebben misschien een gevoel van leegte en verlies en vinden steun in iets dat groter is dan wat we op aarde kunnen vatten. Waarom lukt het mij dan niet om dezelfde overgave in iets te vinden? Waarom heb ik eigenlijk geen geloof?
Ondertussen regent het niet alleen in de auto maar ook daarbuiten. Nog steeds Justin Bieber op de radio, nu met het nummer ‘Confirmation’.
“Ain’t nobody got no patience
Want what they want right now
Ain’t no need in being so anxious
I can hear your heart beating out loud”
Ineens weet ik iets dat heilig voor mij is: ik ben een ‘belieber’ (zo worden mensen genoemd die hartstikke Justin Bieber fan zijn).
Daarnaast….Wat voor mij (gelukkig) nog steeds heilig is, zijn de momenten van verbinding. Een gesprek dat verder gaat dan woorden. Of het nu met mijn partner, mijn dochter, een vriend, een collega of zelfs een voorbijganger is, in één moment kan ik een connectie zó sterk voelen dat het transcendent lijkt. Maar helaas, deze momenten kunnen vanzelfsprekend worden en dan er sluipt iets paradoxaals in: het sacrale wordt dan een alledaags ding.
Verliest het sacrale zijn magie als het er altijd is? Of weet je pas wat heilig is als het er niet meer is? Gevalletje “You never miss the water till the well runs dry”? Of is het juist de kunst om het heilige te blijven zien in het gewone?
Op mijn nieuwe werkplek ervaar ik dat deze verbinding nog ontbreekt. Ik mis mijn oude collega’s die bij binnenkomst aan mijn gezicht kunnen lezen wat er is zonder er woorden aan vuil te maken. Mijn mentormaatje die mijn zinnen af kon maken nog voordat ik dat gedaan had, mijn leidinggevende die mij zo goed kende dat ze precies wist wat ik belangrijk vond en daar in het gesprek op kon voorsorteren. Die magie. Ik wil deze op mijn nieuwe werkplek ook weer vinden. Maar ik vraag me af: moet ik afwachten op het toeval dat die tover tussen mij en een collega ontstaat? Of zijn er manieren om connectie bewust te voeden en het ‘lot’ een beetje te helpen?
Zou sacraliteit alleen iets zijn wat ons overkomt? Hebben we er zelf ook invloed op of kan dat niet omdat het dan niet meer transcedent is?
Als we de ‘tover’ kunnen blokkeren met overlevingsmechanismen, is er dan ook een manier om de deuren júist zo wagenwijd open te zetten dat we de tover uitnodigen?
Ondertussen blijf ik doorgaan met waar ik al een tijd mee bezig was. Door open te blijven, door zoveel mogelijk écht te kijken en luisteren naar anderen om mij heen om zo hopelijk ruimte te maken voor het onverwachte. Ik wil namelijk geloven dat het heilige niet alleen in het verhevene zit, maar ook in het alledaagse om ons heen. Want de wereld wordt soms wel erg hard en koud als ik die betekenis daar niet in kan vinden.
Om terug te komen op mijn studieopdracht, inmiddels ben ik bijna thuis en mijn tranen zijn gedroogd. Ik denk aan mijn lieve dochter die met griep thuis in een bedje op de bank ligt, waarschijnlijk met de katjes die lekker naast haar zijn gaan liggen. Voordat ik thuiskom, rijd ik langs de grote gele M om voor ons beiden een lekker ijsje te halen.
Als ik thuis kom en zij de ijsbekers in mijn hand ziet, zie ik de fonkeltjes in haar ogen.
Gelukkig hoeft tover niet altijd zo ingewikkeld te zijn.
Els van Barneveld is docent levensbeschouwing bij het Cals College in IJsselstein. In september 2025 is ze begonnen met de lerarenopleiding levensbeschouwing bij Fontys. Dit schooljaar zal ze in enkele blogs verslag doen van haar ervaringen als leraar levensbeschouwing.