Terugblikken en vooruitkijken: De aandacht voor zingeving neemt overduidelijk toe
Ook dit jaar nodigde de VDLG meerdere collega’s uit om terug te blikken op 2025 en alvast voorzichtig vooruit te kijken. Guus Kursten, student levensbeschouwing en geschiedenis aan de lerarenopleiding van Fontys in Tilburg, is één van hen. Hij rondt op dit moment zijn praktijkstage af op het Frits Philips College in Eindhoven en behaalt dit studiejaar twee lesbevoegdheden. Samen met Gerdien Bertram-Troost kijkt hij terug op het afgelopen jaar. Bertram-Troost is hoogleraar onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Haar leerstoel omvat onder meer het vak levensbeschouwing/godsdienst en de plaats en rol van religie in het onderwijs en in de publieke ruimte. In die rol begeleidt ze onder meer onderzoek dat studenten doen binnen hun opleiding.

Het vak in 2025
Het is bepaald niet stil rond levensbeschouwing/godsdienst. Wat was voor Guus en Gerdien het voorbije jaar een belangrijke ontwikkeling rond het vak? Guus: ‘Voor mij was dat de ontdekking dat er best wel wat levensbeschouwelijke aspecten in de kerndoelen burgerschap zijn opgenomen. Die moest ik voor mijn opleiding uitpluizen. Ik was positief verrast dat er best wel wat levensbeschouwelijke onderdelen in dat burgerschapsdeel zitten, waardoor levensbeschouwing best wel in het curriculum terechtkomt en het niet alleen een keuze van een school is. Er is een bepaalde ontwikkeling voor de leerlingen die we behoren te doceren. Dat vind ik wel een heel mooie ontwikkeling.’
Gerdien wijst op het verschijnen van het eerste inspiratieboek Nieuwe werelden openen van LERVO. Gerdien: ‘Dat is toch een moment. We weten dat er nog meer aan zit te komen. Maar het eerste deel biedt een concreet product en dat is toch wel een sterke ontwikkeling van het vakgebied. Een volgende stap is het concreter maken naar een landelijk curriculum. Ik zie dat als een belangrijke stap naar meer gezicht voor het vakgebied. De verschillen tussen scholen en opleidingen zullen met zo’n curriculum zeker blijven bestaan. Ik denk dat dat een heel waardevol goed is in het Nederlandse landschap, maar dat het ook belangrijk is dat er wel iets meer eenheid komt en daarmee ook meer samenwerking en afstemming ter versterking van het vak. Ik denk dat dit inspiratieboek daar een positieve bijdrage aan kan leveren.’
Guus: “In mijn eigen school zijn we hard aan het werk om te zorgen dat het niet om feitjes gaat, maar vooral ook om vaardigheden.”
Belangrijke gebeurtenissen
Hoe was het levensbeschouwelijk jaar voor Guus en Gerdien? Guus: ‘Voor mij waren het veel veranderingen. Ik ben levensbeschouwing gaan geven. Het was veel leren en meters maken. Nu ik levensbeschouwing geef, merk ik dat ik als geschiedenisstudent toch wel geneigd was alles te toetsen. In lessen levensbeschouwing heeft het een paar weken geduurd voordat ik dat kon loslaten. Dat vak biedt ruimte. Het zijn lessen waar mijn leerlingen niet per se de les uitlopen en iets echt meetbaars hebben geleerd. Maar ze zijn er zeker wel wijzer op geworden en tot nieuwe inzichten of vaardigheden gekomen. Je bent aan weinig gebonden. Ik vind het prachtig om leerlingen zich ergens over te laten verwonderen. Bij geschiedenis zit dat er ook wel een beetje in, maar bij levensbeschouwing veel meer. Dat geeft mij zoveel voldoening dat ik na mijn afstuderen ook graag dat vak wil geven. Ik denk aan een verdeling 50-50 tussen levensbeschouwing en geschiedenis.’
Gerdien: ‘Wat je zegt over geschiedenis doet me denken aan een lezing die ik een paar jaar terug mocht geven voor alle studenten van de universitaire lerarenopleiding geschiedenis. Het was heel interessant om overeenkomsten en verschillen te zien tussen geschiedenis en levensbeschouwing. Je komt tot de conclusie dat levensbeschouwing in elk tijdvak zit. We zagen ook dat de perspectievenbenadering ook bij geschiedenis heel veel bodem vindt. Omdat er niet één manier is om de geschiedenis te duiden. Dat is wel wat leerlingen denken. Docenten hebben dan juist een belangrijke rol om daar ander licht op te werpen.’
Guus: ‘Ik krijg van leerlingen vaak de vraag waarom ik geschiedenis en levensbeschouwing geef? Je ziet als leerling misschien niet direct de connectie. Maar ik denk dat je in beide vakken iets aan het onderzoeken bent wat je niet helemaal kunt kennen, Bij levensbeschouwing is het een eigen zoektocht. Bij geschiedenis is dat het verleden. Je kunt niet tijdreizen, dus je bent constant aan het proberen dat verleden te interpreteren. Je hebt ook bij geschiedenis verschillende manieren om ergens naar te kijken. Je haalt het rigide beeld van zeker weten een beetje onderuit om leerlingen op een andere manier te laten kijken.’
Gerdien: ‘Precies. Een van de centrale thema’s op die dag was omgaan met diversiteit en hoe je vanuit verschillende vakken vanuit verschillende invalshoeken kunt kijken. Ik denk zeker dat geschiedenis en levensbeschouwing daar allebei heel veel hebben te brengen en dat er ook echt wel op een metaniveau overeenkomsten zijn. Ze zijn belangrijk als je kijkt naar de samenleving waar we in leven. We weten ook uit onderzoek dat leerlingen van verschillende achtergronden bij elkaar in de klas zetten nog niet betekent dat er van en met elkaar geleerd wordt. Daar is echt nog meer voor nodig in het onderwijs. Dat blijft de uitdaging.’ Guus: ‘Een collega van mij zei iets dergelijks. Als leerlingen met een verschillende levensbeschouwing vrienden zijn betekent het nog niet dat ze daarover een dialoog voeren met elkaar.’ Gerdien: ‘Precies. Interreligieuze of interlevensbeschouwelijke competenties zijn niet per se actief aanwezig in het hebben van een vriendschap met iemand van een andere religie.’
Wat bleef Gerdien vooral bij van dit jaar? Gerdien: ‘Persoonlijk hoogtepunt was de keynote die ik afgelopen zomer mocht houden op het internationale seminar voor Religious Education and Values in Riga. De lezing ging over wat deze tijden van onzekerheid voor jongeren betekenen en hoe belangrijk het is om hoop te houden. Het was een enorm mooie week met internationale collega’s die zich ook met deze thema’s bezighouden. Ik vond het op zich weer hoopvol dat zoveel mensen zich zorgen maken en zich bedenken wat we jonge mensen kunnen bieden en hoe onderwijs hier een rol in kan spelen. Wat ik verder in het veld zie, is dat er steeds meer aandacht lijkt te komen voor zingevingsvragen van kinderen en jongeren. En het besef dat onderwijs daar ook iets in te doen heeft. Ik merk dat het van steeds meer verschillende plekken komt en steeds breder gaat resoneren en gedragen lijkt te worden. Alsof we met elkaar tot een besef komen dat het onderwijs zo versmald is geraakt en we kinderen en jongeren te weinig meegeven van wat ze uiteindelijk echt nodig hebben om in deze complexe samenleving te kunnen staan en daar ook van betekenis te kunnen zijn. Het is zoekend en tastend en nog niet helemaal rond, maar dat past ook bij het vraagstuk. We leven in een complexe wereld waar steeds dingen veranderen en waarin we ook moeten leven met het niet weten. Dat is steeds de zoektocht en ik zie hem op steeds meer plaatsen terugkomen. Daarom vind ik het ook een interessante ontwikkeling dat geestelijke verzorging onderwijs als officieel werkveld heeft verklaard. Het is interessant omdat de mensen die zich met zingevingsvragen in mbo en hbo gaan bezighouden ook veel kunnen leren van docenten levensbeschouwing in vo. Het lijkt me mooi als die twee werelden veel meer met elkaar in gesprek komen. En als ik nog één ding mag noemen: we zijn met de VU tweede geworden bij de Nationale Onderwijsprijs met het initiatief 3D & NEWConnective.* Het is een platform waar studenten elkaar kunnen ontmoeten en ook met zingevingsvragen aan de slag kunnen gaan. Het is eigenlijk een doorvertaling van wat vroeger op de VU studentenpastoraat was. Juist met dit thema heeft een jury die ingericht is op last van de minister van OCW – dan hebben we het wel ergens over – ons geld gegeven om dit project te stimuleren en het via onderzoek nog steviger neer te zetten. Dat is ook weer een onderstreping dat het thema op steeds meer plekken gezien wordt. We geven in het project jonge mensen een plek waar ze zichzelf kunnen zijn. We noemen het ook graag een vrijplaats binnen de VU. Het is echt een ruimte waar je gewoon heel gezellig en ongedwongen kunt zijn. Een inrichting met kleedjes en banken waar je op kan hangen. Het is niet zo steriel of kaal als de meeste lesruimtes op de VU. Een kast vol met spelletjes, een thermoskan in plaats van koffieautomaat. Dat slaat aan en dat heeft volgens mij ook hiermee te maken dat jonge mensen zoeken naar plekken waar ze zichzelf kunnen zijn, waar ze zich thuis voelen. Het gaat om aandacht die niet instrumenteel is. Aandacht van je docent bij een vak gaat om: jij wilt iets van de docent, de docent wil iets van jou. Dit project gaat gewoon om wie je bent als mens. We zijn heel blij met de prijs. Maar het is ergens ook wel weer een soort triest dat wat vroeger zo normaal was nu zo bijzonder is dat het gestimuleerd wordt door een prijs. Het gevoel is een beetje dubbel.’
Guus: ‘Ik herken die drang van jongeren waar je het over hebt bij mijn leerlingen. Ik denk dat de samenleving vandaag de dag zoveel van jongeren vraagt. Ze worden blootgesteld aan zoveel dingen en alles tegelijkertijd. Kijk maar naar wat social media van jongeren vragen. Er ligt zo’n grote verantwoordelijkheid met alles waar ze een keuze uit moeten maken. Ze moeten een profielkeuze maken. Ze moeten weten wat ze later willen gaan worden en hoe ze hun leven willen gaan inrichten, terwijl er onwijs veel andere keuzes op hen afkomen. Waar je mee begon, die twijfel – dat is zo’n lastige, onzekere positie. Ik probeer daar in mijn lessen een soort rolmodel voor te zijn. Door te laten zien dat je mag twijfelen. Ik vind het alleen maar mooi als mijn leerlingen eens durven te twijfelen.’
Gerdien: ‘Wat je zegt doet me denken aan mijn promotieonderzoek van twintig jaar geleden. Dat ging over de levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van jongeren en de rol die scholen van voortgezet onderwijs hierin kunnen spelen. Het ging om twee kernbegrippen: exploratie en commitment. Commitment staat voor een verbinding met een bepaalde visie op het leven. Een verbinding die jou ook steun en richting kan geven. Exploratie staat voor het zoeken naar alternatieven. Het verkennen van wat er nog meer in de wereld is. Het idee is dat de twee met elkaar in balans moeten zijn. Als je alleen maar vervreemding hebt, door steeds weer op zoek te gaan naar iets anders, dan kan het op een gegeven moment te veel zijn. Dat is wat ik over het algemeen nu bij heel veel jongeren zie. Er zijn heel veel grote vragen over het leven, maar er wordt geen antwoord gevonden. Ik begrijp heel goed wat jij zegt. Soms is het goed om te schudden. Laat ze maar een tijdje twijfelen en leren daarmee om te gaan. Ik denk dat commitment jongeren helpt om een basis te vinden. Ik ben ook niet voor commitments die niet doordacht zijn. Zo van: ik vind dat nu eenmaal omdat het mijn traditie is. Daarom vind ik ook dat het vak levensbeschouwing/godsdienst zo belangrijk is. Het kan richtingen voor zingeving aangeven. Het kan jongeren laten zien: zo kan het, zo hebben mensen het in het verleden ook gedaan – hier is een rijke traditie die de toets der tijd ook heeft doorstaan en daar is een andere traditie. Het kan in meervoud. Het hoeft wat mij betreft niet in een zuil te worden opgepropt. Laat jongeren de ruimte en de vrijheid hebben om vanuit wat ze krijgen aangereikt te kijken hoe ze zich ertoe willen verhouden en waar ze in deze malle wereld toch ook een beetje houvast vinden.’
Nieuws
Welk nieuws was onderwerp van gesprek in lessen en de teamkamer? Guus: ‘Voor mij was dat de moord op de zeventienjarige Lisa. Ik denk dat dat best wel veel vragen heeft opgeroepen over wat veiligheid in Nederland nu echt betekent en hoe we die bewerkstelligen. Ik heb dat met medestudenten en docenten, maar ook met leerlingen best actief besproken. Ik zag dat het voor leerlingen voor bewustwording zorgt. Bij ons op school zijn we aan de slag gegaan met de vraag wat voor rol leerlingen hebben. Bijvoorbeeld hoe je kunt zorgen dat vrouwen zich veilig kunnen voelen. Ik was op lesbezoek bij een collega die vroeg: ‘Stel, het is nacht, je bent aan het fietsen en er fietst een vrouw voor je. Hoe kun je er dan voor zorgen dat zij zich veilig voelt?’ Dat gesprek aangaan, het concreet maken en laagdrempelig houden zodat ook jongens er iets mee kunnen.’
Gerdien: ‘Voor mij was belangrijk nieuws: de Nieuwsuur reportage. Die komt nog wekelijks terug als ik mijn neus laat zien en met de studenten nadenk over de rol van religie in het onderwijs. Die Nieuwsuur afleveringen gingen over islamitisch en reformatorisch onderwijs. Er werd lesmateriaal bestudeerd. Daaruit werd geconcludeerd dat dat op gespannen voet kan staan met burgerschapsvorming. Nu is dat niet zozeer nieuw. Maar de manier waarop ze dat aanzwengelden, de toon, de selectie van experts die in beeld waren, de kortheid van reacties op de mensen die meededen, de mate waarin er geknipt was in wat mensen hadden gezegd, wat het hele verhaal was en wat er in beeld kwam, was dat wel. Ik kijk ook naar de achterkant van het programma. Ik heb gedacht: wat kan ik doen? En ik heb toen een LinkedIn post gemaakt waarin ik een aantal dingen heb benoemd vanuit twintig jaar onderzoek naar al deze thema’s.** Ik deed dat in de hoop dat het maatschappelijke en politieke debat weer wat meer nuance zou krijgen in plaats van losse flodders en oneliners. Dat is toch echt wel mijn angst bij zo’n televisie-uitzending. Je ziet het dan ook meteen van alles in de Kamer oproepen. Je zag ook hoe het de verkiezingen heeft beïnvloed. Je zag hoe meneer Bontenbal aangesproken werd en dat hij zichzelf genoodzaakt voelde om iets terug te zeggen. De timing van de uitzending zal niet helemaal ondoordacht zijn geweest, en daarmee verander je de aanloop naar de verkiezingen. Mijn verwachting is dat het uiteindelijk ook aan de formatietafel een rol zal spelen. Als het gaat om welke politieke partijen de coalitie gaan vormen, zie je dat we op een meer indirecte manier ook met het vak levensbeschouwing te maken hebben. Het gaat over het stelsel, over de vraag wat voor soort scholen er in de toekomst zullen zijn.’
Inzicht
Wat was het voorbije jaar een inzicht dat je opdeed en waar je mee aan het werk ging? Guus: ‘Ik heb deze zomer het boek Religie voor atheïsten van Alain de Botton gelezen. Het boek inspireerde mij om mijn toch redelijk geseculariseerde leerlingpopulatie meer over religie te laten nadenken. Ik vond in het boek een prachtig Grieks woord, akrasia: het idee dat we in principe wel weten wat het goede is om te doen, maar het vaak weer vergeten als het erop aankomt. Religie helpt ons om het goede te blijven onthouden. Dat heeft me geïnspireerd om in mijn lessen de niet-gelovige leerlingen meer te laten leren dan alleen droge feitjes als de negen dimensies van Ninian Smart.’
Gerdien: ‘Voor mij was het het inzicht dat er steeds meer aandacht is voor zingevingsvragen. Dat zie ik terug in liefst vijf studenten die hun masterscriptie hierover willen schrijven. Studenten komen er zelf mee. Ik vond het mooi om op de conferentie waar ik sprak ook aandacht te besteden aan de persoon en het werk van Janusz Korczak. Dat heeft te maken met de persoonlijke reis, die we als gezin in de afgelopen zomervakantie hebben gemaakt. De conferentie was midden in de zomervakantie en we hebben als oplossing gekozen dat we met zijn allen zijn gegaan. We hebben een echte roadtrip gemaakt via het voormalige Oost-Duitsland naar Polen en dan Letland, Litouwen. We hebben veel beleefd met een link naar Korczak. We zijn een paar dagen in Warschau geweest en onder meer naar het kinderhuis gegaan dat hij had voordat hij naar het getto werd verbannen. Als je ziet hoe Korczak aandacht bleef houden voor de kinderen en blééf ook al kon hij vluchten. En hoe hij allemaal dingen met de kinderen bedacht, zoals toneelstukken spelen, om ze, wat we nu agency zouden noemen, te geven. Als je dan zo met Korczak bezig bent en je bent op een conferentie waar je met collega’s nadenkt over hoe we jonge mensen de hoop en de daadkracht weer wat kunnen teruggeven om met alle vormen van crisis die hun overkomen om te gaan… Dan gaat het om antwoord op de vraag hoe je moed kan geven om het leven toch aan te pakken. Dat is iets waar ik steeds meer naar zoek, ook in mijn eigen kleine omgeving.’
Gerdien: “Mijn voornemen is: in het dagelijkse werk en omgaan met collega’s, studenten, onderzoekers en iedereen die maar op mijn pad komt, de inspiratie te blijven bieden, de mens in de ander te zien en ook niet zelf in de valkuil te stappen van instrumenteel denken.”
2026
Wat mogen we in 2026 verwachten op het gebied van ons vak? Guus: ‘In mijn eigen school zijn we hard aan het werk om te zorgen dat het niet om feitjes gaat, maar vooral ook om vaardigheden. Hoe krijg je het voor elkaar dat een leerling ook een heilige tekst kan lezen? Hoe ga je een dialoog aan? Hoe kun je van perspectief wisselen en met andere perspectieven omgaan? Hoe vind je je eigen perspectief? Dat is voornamelijk mijn verwachting van 2026. Dat we meer op vaardigheden inspringen.’
Gerdien: ‘Ik zie kansen als je denkt aan het eerste inspiratieboek en hoe mensen zich daar hard voor maken. Ik zie daarnaast ook echt wel de uitdagingen. Het zijn die twee kanten, soms is het een sterker, dan weer het ander. De uitdaging voor het vakgebied is om de druk te blijven weerstaan van het versmallen van het onderwijs en van efficiëntie en maakbaarheid. Je hoeft eigenlijk maar één seconde niet op te letten bij een vergadering en de sectie [levensbeschouwing/ godsdienst] valt van de tafel. Dat is natuurlijk gechargeerd, maar als mensen met pensioen gaan, dan kan het echt zo zijn op scholen. We moeten daar ver van blijven. Ik hoop dat we dat vanuit positiviteit kunnen doen. Ik denk ook dat we met elkaar de redenen hebben om er vol voor te blijven gaan en de boodschap waar ons vakgebied goed voor is nog harder te vertellen aan de hele onderwijswereld. We moeten ook wel komend jaar, want we kunnen het ons niet permitteren die strijd voor ons vak ‘wel een keer te gaan doen’. Dat is nu urgent. Dat voel ik zeker ook in het licht van het lerarentekort. Want als je dan een vacature hebt openstaan waar geen docent voor te vinden is, ja, dan weet een schoolleider ook wel dat stoppen ook een optie is. Dat vind ik echt een zorg. Ook met onze lerarenopleiding, want het is niet zo dat we jaarlijks gemakkelijk grote aantallen aanstaande docenten levensbeschouwing weten binnen te halen. Wat dat betreft hebben we echt te maken met een kritisch tijdpad. Tegelijk denk ik: als het zo is dat generatie Z meer interesse heeft, laten ze zichzelf melden bij plekken van zingeving. Dan gaan er misschien ook weer dingen gebeuren die we met zijn allen niet hadden kunnen bedenken. Alert zijn. Met elkaar krachten bundelen, waardoor we ook maatschappelijk en politiek het geluid kunnen laten horen hoe nodig het vak is. Dat het onderwijs niet een voorbereiding is op een quiz met meetbare feitjes, maar dat leerlingen in het onderwijs ook gewoon iets leren voor het leven.’
Voornemens
December roept bijna als vanzelf nieuwe voornemens op. Waar denken Guus en Gerdien aan?
Guus: ‘Als student heb je natuurlijk zovéél goede voornemens. Persoonlijk zou ik zeggen: zelfontplooiing, zonder dat het vervalt in een soort egocentrisme. Ik las laatst het boek Pleidooi tegen de onverschilligheid van Joep Dohmen. Daar stond het motto Herover jezelf van Seneca in. Het gaat over bewustwording, kijken hoe zit mijn denken in elkaar, hoe heb ik mij ontwikkeld en hoe wil ik actief meedoen in de maatschappij en anderen helpen? Ook in mijn rol als docent. Voor mij is het bewustwording van de motivatie dat je ook aan je leerlingen duidelijk kunt maken: Ik sta hier niet alleen omdat ik uitbetaald wil worden, maar ik heb hier ook een maatschappelijke functie.’
Gerdien: ‘Mijn voornemen is: in het dagelijkse werk en omgaan met collega’s, studenten, onderzoekers en iedereen die maar op mijn pad komt, de inspiratie te blijven bieden, de mens in de ander te zien en ook niet zelf in de valkuil te stappen van instrumenteel denken. Ik wil niet vervallen of in de koker belanden van alle ballen op het redden van het vak en dan de relatie in het hier en nu met de mensen om je heen vergeten. We weten dat relatie op termijn het sterkste is. We moeten nu bezuinigingen nodig zijn zakelijk zijn, waardoor je gemakkelijk de menselijke kant van zulke processen vergeet. Dat zou ik echt willen beklemtonen in het licht van de grote vraagstukken waar we als samenleving voor staan en waar jongeren onder lijden. De wens om zelf een voorbeeld te zijn. Daar moeten we ons ook in oefenen. Ik wil mezelf daar volgend jaar steeds aan herinneren.’
Tips
Als er met de kerstvakantie een lesvrije periode komt, is er alle tijd voor mooie boeken, goede films en muziek. Wat zouden Guus en Gerdien collega’s willen aanraden?
Guus: ‘Ik heb laatst het album You Want It Darker van Leonard Cohen herontdekt. Ik vind dat Cohen op dit album en zeker in het eerste gelijknamige nummer heel erg mooi ingaat op zijn eigen eindigheid. Volgens mij was hij toen al chronisch ziek. Hij spreekt rechtstreeks richting God. Cohen laat heel veel twijfels zien en vragen die hij zelf ook niet kan beantwoorden. Hij pakt dan ook het woord erbij dat – wat ik me heb laten vertellen – Abraham gebruikt als hij de berg oploopt met Isaak Iedere keer als hij geroepen wordt, zegt hij: Hineni, Ik ben hier. De stem van Cohen was in zijn laatste jaren niet zo soepel als voorheen. Maar de tekst in het hele album is fantastisch. Je hoort de toewijding die hij ook vanuit zijn geloof heeft en hoe hij dat aanpakt.’
Gerdien: ‘Ik heb twee leestips, twee heel verschillende boeken. Het eerste boek ligt nog maar net op mijn bureau. Het is Wie zit er nog te wachten op leraren? van Philippe Meirieu. Het is een vlammend pleidooi voor onderwijs als fundament van de democratie, voor leraren die daarin het verschil maken. Dat heb ik zelf ook nodig om daar weer in bemoedigd te worden. Het helpt mij ook weer om die boodschap door te geven aan anderen die leraar willen worden en die hard nodig zijn. De andere tip past mooi bij mijn reis naar Riga. Het is de historische roman De meester van Warschau van Mario Escobar over Janusz Korczak. Het is een heerlijk boek om in de kerstvakantie te lezen waar je veel van opsteekt over wie Korczak was. Het prikkelt ook je denken over hoe we hier in deze tijd leven.’
* VU wint Onderwijspremie met 3D & NEWConnective – Vrije Universiteit Amsterdam
** LinkedIn post n.a.v. de Nieuwsuuruitzendingen
