1747506916339

De lespraktijk van Doretta Hagoort

Op onze website publiceren we regelmatig een kijkje in de keuken van het vak bij een collega. We stellen steeds dezelfde zeven vragen die gaan over wie je bent, waarom je het vak koos, wat je inspireert, wat je trots maakt in het werk, wat je onderzoekt, wat de VDLG jou biedt en wat je collega’s binnen de VDLG kan bieden vanuit jouw expertise.  

Wie ben je, waar werk je en welke werkzaamheden doe je?

“Ik ben Doretta Hagoort, ik werk vier dagen in de week als docent levensbeschouwing in het vmbo bij Lentiz I Geuzencollege in Vlaardingen. Ik werk daar samen met drie andere collega’s en ben voorzitter van de vakgroep. Binnen mijn huidige locatie ben ik ook coördinator voor de maatschappelijke stage geworden en heb ik enkele jaren geleden de huiswerkbegeleiding opgezet. Ik ben in de lerarenopleiding afgestudeerd op de vakvisie. Toen ik bij mijn school kwam te werken, waren visie op het vak en een leerplan niet uitgewerkt en was het ook nog niet voldoende duidelijk met welke methode we zouden gaan werken. Toen ik begon, waren de lessen in de school nog heel sterk op alleen wereldreligies gericht. Mijn reactie was: noem het dan ook godsdienst. Het vak heette toen net als nu: levensbeschouwing. Langzamerhand heeft het vak meer die inhoud gekregen zoals het past. Mijn afstudeerscriptie over vakvisie heeft daar aan bijgedragen. Het vak staat echt op de kaart en heeft echt een plek gekregen. Ik heb binnen mijn school geen andere collega’s die bevoegd zijn voor het vak. Dat maakt mij vraagbaak voor de anderen. Binnen mijn locatie is er een lwo+ afdeling waarbij de mentoren vrijwel alle vakken aan de leerlingen geven. Twee van deze collega’s verzorgen ook levensbeschouwing en komen bij mij met hun vragen over de lessen. 

Ik merk dat mijn leerlingen het nog steeds een lastig vak vinden. Ze vragen: ‘Wat leren hier nou eigenlijk? Waarom doen we dit nou?’ Ik merk dat ze in de loop der tijd het vak gaan waarderen doordat ze ontdekken wat het hun biedt. Inmiddels werken we met de methode Standpunt. Het boek is echt de basis. Soms gebruiken we opdrachten waarbij het boek meer een bron wordt voor de leerlingen. Bij de vijf zuilen van de islam delen we de klas in groepen en krijgt elke groep een zuil en presenteert die later aan de klas. Verder nemen we de vrijheid om zelf toetsen te maken bij het boek. 

We volgen de opbouw van het boek. Dat betekent dat we in leerjaar 1 beginnen met wat levensbeschouwing is. Het gaat daarna over uitingen van levensbeschouwingen en inspirerende personen. Daarmee leg je echt de basis voor het vak. En dan beginnen we met jodendom en christendom.Tot slot gaat het in het boek over wie je bent. Wij hebben daar een apart project van gemaakt en dat onderwerp naar voren gehaald, omdat je de leerlingen met dit thema ook heel erg snel leert kennen. Verder komt in leerjaar 1 het thema vriendschap aan  bod. In leerjaar 2 komen thema’s als uiterlijk, schoonheid en mode, duurzaamheid, islam, dood en normen en waarden aan de orde. Ook besteden we in het programma aandacht aan ethiek. Bij de feestdagen besteden we aandacht aan waar die feesten over gaan. Het vak wordt alleen in de onderbouw gegeven. In de bovenbouw hebben de leerlingen het vak persoonlijke maatschappelijke vorming. Doordat het bij ons een éénuursvak is, merk je dat je het eind van het boek nooit haalt. Het betekent keuzes maken.’ 

Wat heeft je doen kiezen voor het vak?

‘Ik heb eerder gewerkt in het protestants vormingsonderwijs* en ben van oorsprong hbo-pedagoog. Ik ben dat later gaan combineren met lesgeven in het voortgezet onderwijs. Toen ik les ging geven, moest ik een bevoegdheid voor het vak halen. Ook al had ik al ervaring door vormingsonderwijs, stagelopen was echt kilometers maken. Mijn stage deed ik bij mijn huidige werkgever. Ik ben daar niet meer weggegaan.’

 “Je kan met elkaar kwetsbaar zijn. Ik vind het zo waardevol  als je daar dan als docent en als vak aan bij mag dragen.”

Wat is voor jou belangrijke inspiratie in je werk?

‘Dat is heel divers. Ik heb een tijdje terug het boek Bezield onderwijs van Gerdien Bertram-Troost en Siebren Miedema gelezen. Dat vond ik een mooi boek dat mij ook wel hielp. Het boek Inclusieve godsdienstpedagogiek van Bert Roebben vond ik ook heel erg interessant. We hebben een heel diverse samenstelling bij ons op school van leerlingen.

De school staat in de Westwijk in Vlaardingen. Heel gekleurd, heel gemêleerd. Er komen allerlei achtergronden binnen. Wat mij onlangs ook inspireerde was de voetbalwedstrijd van Feyenoord [14 mei 2025, VDLG] die werd voorafgegaan door een herdenking van het bombardement van Rotterdam. Met oude geluidsfragmenten en grote doeken waarop de stad en de vliegtuigen te zien waren. Ontzettend mooi. Dat is ook levensbeschouwing. En zo gaat het eigenlijk heel de dag door. Er is veel dat je wijst op levensbeschouwing. Ik wil leerlingen daar opmerkzaam voor laten worden. Als je je ook bedenkt dat bij een deel van de leerlingen thuis niet altijd de gelegenheid is om dit soort onderwerpen aan te stippen, dan is het goed dat ze op school die kans wel hebben. Om daar gesprekken te voeren over wie je bent, hoe je samenleeft met anderen en hoe je daarover in gesprek gaat. Ik laat het mijn leerlingen ook merken. Ik vertel: ‘Ik ben christen, anderen in de klas moslim, we geloven niet altijd hetzelfde, we zijn niet allemaal met elkaar eens, maar dat betekent niet dat we het gesprek niet kunnen voeren met elkaar.’ Ik krijg vaak van leerlingen terug dat ze dat inderdaad zo ervaren in de klas. Dat het gesprek er wel kan zijn. Het is mooi om leerlingen zulke ontdekkingen te laten doen. Dat inspireert mij heel sterk. Net als de eerlijkheid en het inlevingsvermogen van leerlingen. Een keer kwam een leerling terug op de les waarin ik vertelde over mijn moeder die was overleden en vroeg mij of zo’n gesprek niet moeilijk voor mij was. In gesprekken in de klas zie je aan de ene kant de zorgen en de moeite en aan de andere kant zie je leerlingen toch aan elkaar vertellen en gesprekken aangaan. Je kan met elkaar kwetsbaar zijn. Ik vind het zo waardevol  als je daar dan als docent en als vak aan bij mag dragen.’

Wat zijn successen in je onderwijs waar je trots op bent?

‘Ik denk dan vooral aan momenten dat uit een vraag van een leerling een gesprek met de groep ontstaat. Bijvoorbeeld als leerlingen vragen naar een bepaald godsdienstig feest dat binnenkort wordt gevoerd. Daaruit ontstaan heel mooie gesprekken. Gepland had ik ze niet beter kunnen geven. Ze zijn dan zo hard aan het leren en zo betrokken bij elkaar. Ik zet dan letterlijk een stap naar achteren in de klas. Ik begeleid ze natuurlijk wel door de vragen die ik stel, maar je merkt wat ze dan zelf allemaal al kunnen. Er reageert weleens een leerling met de opmerking dat ze door zo’n helemaal geen les hebben, maar ik denk dan bij mezelf: Je wilt niet weten hoeveel jij nu leert op dit moment! We kijken na zo’n gesprek ook samen terug op wat we hebben geleerd. Dat verbaast ze dan wel, wat er allemaal aan bod is gekomen.’ 

“Blijf aandacht houden voor de vmbo-leerlingen.”

Wat is een vraagstuk of uitdaging in het vak waar je nu vooral aan werkt?

‘We zijn nog steeds een beetje met de methode aan het worstelen. We hebben te maken met vmbo-leerlingen en de methode is heel erg talig. We zoeken naar manieren om niet altijd met tekst te hoeven werken. Het is mijn vraag waar je concreet inhoudelijk materiaal vandaan haalt. Ik heb de dialoogkoffer van VOS/ABB bijvoorbeeld al wel gebruikt. Daar zitten allerlei materialen in. De kracht is dat leerlingen daardoor ook beter onthouden waar de les over ging. Het is ook wel een beetje de worsteling met: laptops of geen laptops. Ik vind het heel erg belangrijk als je met elkaar in gesprek bent je elkaar aankijkt en niet met een laptop voor je neus zit. De laptop is voor de leerlingen een belangrijke bron met internet en een belangrijk middel, dus ook waardevol. Ook zijn we zoekende naar hoe kunnen we de toetsing anders doen. Ook hier wil je wel eens iets anders dan schriftelijk werk.’

Wat betekent de VDLG voor jou, en wat zou je graag nog meer zien binnen de VDLG?

‘Ik ben nog niet zo heel lang bij de VDLG. Ik ben vooral aan het ontdekken wat de vereniging doet. Wat ik heel fijn vind, is dat er steeds meer te vinden is bij de VDLG. Je ziet online veel meer voorbij komen. Ik haal daar wel inspiratie uit. Wat ik belangrijk vind en ik weet niet of de VDLG daar een rol in kan spelen: blijf aandacht houden voor de vmbo-leerlingen. Ik merk bij uitgevers soms ook dat vmbo buiten beeld blijft of bij nieuwe ontwikkelingen niet als eerste aan de beurt is. Terwijl vmbo zo belangrijk is. Deze leerlingen zijn tot zoveel meer in staat dan we denken. Leg ik een tafel vol voorwerpen, dan weten ze er ongelooflijk veel over te vertellen. Bij de activiteiten van de VDLG merk ik dat uit het oog verliezen van vmbo overigens niet.’

Wat zou jij VDLG en je collega’s binnen de vereniging kunnen bieden? Waar ligt jouw expertise of kwaliteit?

‘Mijn expertise ligt op het gebied van vmbo. Ik ben er goed in om te beoordelen of inhouden en materiaal echt aansluiten bij de leerlingen. Dat is kennis en ervaring die ik, ook al werk ik nog niet zo lang als leraar levensbeschouwing, al wel heb opgebouwd.’

*Vormingsonderwijs: aandacht voor levensvragen op openbare basisschool

In gesprek

De lespraktijk van Kevin Reuter

De lespraktijk van Steven Velthuis

De lespraktijk van Marloes Zeeman

De lespraktijk van Pauline Kraakman-Lokhorst

De lespraktijk van Gemme Burger

De lespraktijk van Jorrit Haarman

De lespraktijk van Pieter Snel

De lespraktijk van Markus Altena Davidsen

De lespraktijk van Manon Meijer en Petra van Helden

De lespraktijk van Halime Sertkaya

De lespraktijk van Younes Boudarqa

De lespraktijk van Juliëtte van Deursen-Vreeburg

De lespraktijk van Enrico van Rooij

De lespraktijk van Albert Jan Lourens

De lespraktijk van Benthe le Clercq

Terugkijken & vooruitblikken: ‘Leraren die levensbeschouwelijk thuis zijn en daar een verhaal rond hebben’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Hoe maken we nieuwe leraren verliefd op het vak?’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Het is zaak samen te zorgen voor hoge kwaliteit in ons vak’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Uitkijken naar de studiedag en het inspiratieboek’

Terugblikken & vooruitkijken: ‘Doen en ervaren spreekt jongeren enorm aan’